Olmert tegen Poetin: Jaag Iran schrik aan
MOSKOU (AP) - Zonder dreiging van repercussies kan Iran niet van zijn voornemen worden gebracht kernwapens te ontwikkelen. Dat heeft de Israëlische premier Ehud Olmert donderdaggezegd.
„De Iraniërs moeten bang zijn. Ze moeten bang zijn dat hun iets overkomt waarvan ze niet willen dat het gebeurt”, zei Olmert gisteren na een onderhoud met de Russische president Vladimir Poetin. Hij lichtte niet nader toe of hij doelde op sancties of militaire actie.Hoewel Israël en Rusland sinds het uiteenvallen van de Sovjet-Unie warme banden onderhouden, verschillen ze van mening over de aanpak van de Iraanse nucleaire dreiging.
Israël gelooft net als veel andere westerse landen niet dat het Iraanse atoomprogramma slechts vreedzame doeleinden dient, zoals de regering in Teheran beweert, en wil dat Irans nucleaire faciliteiten aan banden worden gelegd. Rusland echter gaat door met de bouw van de eerste kernreactor in Iran, die 640 miljoen euro gaat kosten, en verzet zich tegen sancties van de VN-Veiligheidsraad tegen Iran.
Olmert had gisteren een onderhoud met de Russische minister van buitenlandse zaken Sergej Lavrov over Iran, het Midden-Oosten en de Palestijnse kwestie, liet een woordvoerder van de Israëlische regering weten. Ze gaf geen verdere details.
Olmert zei dat uit gesprekken met Poetin en Russische veiligheidsfunctionarissen naar voren was gekomen dat de nucleaire kwestie de Russen veel zorgen baart en dat ze zich zeer bewust zijn van de ernst van de situatie. Maar zijn verzoek aan Rusland om te helpen voorkomen dat Iran kernwapens verwerft was blijkbaar aan dovemansoren gericht, aangezien Poetin in het openbaar geen beloftes deed.
Israël heeft gezegd dat het niet op eigen houtje zal handelen en altijd overleg zal plegen met de internationale gemeenschap. Experts zeggen dat het moeilijk zal zijn voor Israël om een aanval uit te voeren zoals die in 1981 op een nog niet voltooide Iraakse kernreactor, omdat de Iraanse nucleaire faciliteiten zich ondergronds en verspreid over het land bevinden.
Aleksej Malasjenko, een Midden-Oostenexpert aan het Moskouse Carnegie Center, zegt dat Rusland sancties tegen Iran zal blijven tegenhouden, omdat het zijn commerciële belangen en onafhankelijkheid in het Midden-Oosten niet op het spel wil zetten. „Rusland zal zich tot het einde blijven verzetten. Als het toegeeft en besluit concessies te doen, betekent dat gezichtsverlies in de moslimwereld”, zegt Malasjenko.
Israël beschouwt Iran als zijn grootste vijand, temeer omdat de Iraanse president Mahmoud Ahmadinejad meer dan eens tot de vernietiging van de Joodse staat heeft opgeroepen.
De zorgen over de rol van Rusland bij de kwestie namen vorige maand toe toen het land bezweek onder druk van Teheran en ermee instemde vóór maart brandstof te leveren voor de reactor die het in Iran bouwt. Die brandstof zou gebruikt kunnen worden om kernbommen te maken.
Olmert kaartte na zijn bezoek aan het Kremlin ook aan dat Rusland militaire technologie levert aan andere vijanden van Israël. Poetin zweeg daarover. Israël meent dat de Hezbollah tijdens de recente oorlog in Libanon Russische raketten op Israël afvuurde. Rusland leverde die raketten weliswaar niet direct aan de beweging, maar verkocht ze wel aan Syrië en Iran, die ze weer aan de Hezbollah doorspeelden. Rusland ontkent echter dat Russische raketten zijn gebruikt.
Olmert wilde niet zeggen of de Russen die beweringen ditmaal hadden bevestigd, maar hij zei wel er gerust op te zijn dat Israël zich in de toekomst geen zorgen hoefde te maken.