Conflict Palestina niet te vergelijken met WO II
Ruben Vis heeft zich gestoord aan de uitlatingen die dr. H. G. Meyer onlangs deed tijdens een SGP-conferentie in De Meern over Arabisch antisemitisme.
Vorige week vrijdagavond zat ik in een loofhut. Een bouwwerk met een dak waardoor de maan en de sterren hun licht naar binnen laten schijnen. De loofhut is een herinnering aan de bescherming die de Israëlieten genoten gedurende hun veertigjarige reis door de woestijn, na de uittocht uit Egypte, op weg naar het land Israël. Hetzelfde Joodse land dat wordt bewoond door de naar hun geboortegrond teruggekeerde Joden. Juist het Loofhuttenfeest legt de combinatie tussen de goddelijke bescherming die nodig is tegen degenen die ons niet goed gezind zijn en de vestiging in het Joodse land.Op hetzelfde moment waarop ik mijn Joodse feestdag vierde, oreerde geloofsgenoot dr. H. G. Meyer van Een Ander Joods Geluid tijdens conferentie in De Meern voor een zaal SGP-leden over de aard en oorsprong van het Arabisch antisemitisme.
Wat zei Meyer? De van oorsprong Duitse Jood noemt Jodenhaat in de Arabische wereld „verwerpelijk, maar verklaarbaar.” Vergeleken met de manier waarop Israëlische soldaten omgaan met de Palestijnen was de behandeling van Joden bij de ingangen van het Amsterdamse getto in de oorlog „kinderspel”, meent Meyer. „Meyer kan het weten; hij was er bij”, aldus het verslag in het RD van zaterdag.
Je moet wel flink gedeformeerd zijn om dergelijke vergelijkingen te trekken. Want na de omsingeling in Joodse wijken, volgden de van meet af aan door de nazi’s beoogde deportaties en uitroeiingen in vernietigingskampen. Dat weet Meyer, want ook dat heeft hij aanschouwd, zo laat hij ons in zijn hoedanigheid van voorman van Een Ander Joods Geluid vaak genoeg weten.
Op de geschiedenis van het Joodse volk gedurende de jaren 1933-1945 heeft, zo lijkt het, Meyer het alleenrecht. Daar moet hij mee ophouden. Hij heeft zijn eigen oorlogservaringen, maar veralgemeniseert die ten onrechte zodanig dat hij daarmee het Israëlisch-Palestijnse conflict op één lijn zet.
Malicieus
Er zijn in de Tweede Wereldoorlog op één dag meer Joden vermoord dan in het hele Palestijns-Israëlisch conflict bij elkaar. Lees Joris Luyendijks boek ”Het zijn net mensen” er eens op na.
Palestijnen en Israeli’s betwisten elkaar het land. Joden in Europa maakten geen territoriale aanspraken. Ze maakten nergens aanspraak op, behalve op het recht als vredelievende burgers te mogen leven te midden van hun niet-Joodse landgenoten.
Israël houdt er geen vernietigingskampen op na, geen vergassingsindustrie en heef ook niet het oogmerk om Arabieren in alle landen uit te roeien.
Het Arabisch antisemitisme dateert al van voor de tijd dat Israël en de Palestijnen met elkaar in conflict kwamen. Ja, het dateert al van voor het bestaan van de staat Israël.
Als Meyer zich de Tweede Wereldoorlog nog zo goed herinnert, weet hij ook dat de moefti van Jeruzalem goede maatjes was met Hitler, hem bezocht in Berlijn en bereid was mee te werken aan de vernietiging van de Joden in het Britse mandaatgebied. Of is heulen met de nazi’s geen antisemitisme pur sang?
Meyer winkelt selectief in zijn geheugen en in het gemeenschappelijk geheugen van het Joodse volk. Dergelijk gedachtegoed uit te dragen voor een SGP-publiek, dat zich steeds een warm geïnteresseerde partij voor Joodse belangen heeft getoond, is malicieus.
De auteur is secretaris van het Nederlands-Israëlitisch Kerkgenootschap, de overkoepelende organisatie van Joodse gemeenten in Nederland.