Arme Duitsers
Het was woensdag de Internationale Dag voor de Uitbanning van de Armoede. Iedereen denkt daarbij in eerste instantie aan landen in de derde wereld, want daar is de meeste armoe. Meestal krijgen die landen op zo’n dag extra aandacht.
In Duitsland echter was weinig oog voor de armoe in het buitenland. Bij onze oosterburen waren de ogen vooral naar binnen gericht. De sociaaldemocratische SPD, die samen met de christendemocraten de regering vormt, heeft een onderzoek laten uitvoeren naar armoede in Duitsland. De resultaten hebben een schok teweeggebracht: niet minder dan 6,5 miljoen Duitsers behoren tot de onderlaag van de bevolking, ofwel een op de acht Duitsers. In het oosten van Duitsland behoort zelfs een op de vijf Duitsers tot die groep. Wie dergelijke getallen op zich in laat werken moet wel schrikken.De mensen die tot die onderlaag worden gerekend, hebben het niet alleen materieel gezien slecht. Zij hebben bovendien een laag opleidingsniveau, zitten thuis zonder werk of vrezen dat hun baan op de tocht staat, hebben schulden bij de bank en voelen zich door de staat in de steek gelaten.
Het meest schrijnende is misschien wel dat deze kansarmen in hun lot berusten. Zij zien met andere woorden geen mogelijkheid verandering in hun positie aan te brengen en hebben ook geen verwachting van de staat.
De SPD wil niet van het begrip onderlaag weten. „Deze uitdrukking stigmatiseert en zorgt ervoor dat men deze mensen niet meer kan bereiken”, aldus SPD-leider Kurt Beck. Daar zit misschien iets in, maar de groep een andere naam geven lost niets op.
Traditioneel werpt de SPD zich op als de pleitbezorger van het arme deel van de bevolking. Door middel van de verzorgingsstaat wil de partij de kansarmen helpen. Mensen moeten zich inspannen, kunnen door onderwijs en met hulp van de staat iets bereiken in de maatschappij, zo is de gedachte altijd geweest. Als van bepaalde gezinnen eerst de grootouders, later de ouders en nu ook de kinderen tot die onderlaag behoren, is er iets grondig mis.
Voor een deel mag de SPD zich dit persoonlijk aantrekken. De partij regeert vanaf 1998. Twee kabinetten-Schröder hebben blijkbaar weinig tot niets opgeleverd voor deze onderlaag, hebben die eerder doen groeien. Het pakket hervormingsmaatregelen, bekend als Hartz IV, heeft volgens sommigen eerder nog versterkend gewerkt op de armoedeproblematiek.
De christendemocraten laten niet na zout in de wond te wrijven. Politiek gezien valt dat te begrijpen, maar daar is deze onderlaag, of hoe ze ook door de politiek wordt aangeduid, niet mee geholpen. Zaak is dat de christendemocraten samen met de sociaaldemocraten de handen uit de mouwen steken om deze groep te helpen.
De sociaaldemocraten mogen traditioneel voor de armen opkomen. Tegelijk mogen de christendemocraten zich de pleitbezorger van de misdeelden noemen, anders heeft de ”c” bij de Duitse christendemocraten op dit punt geen inhoud meer. Deze partijen moeten het dan toch eens kunnen worden.
Bondskanselier Merkel heeft aangegeven deze scheiding in de maatschappij niet te zullen accepteren. Na een vliegende start heeft ze weinig meer laten zien. Dit is een prachtkans.