Zak geld voor allochtone onderzoekers
DEN HAAG - In aanwezigheid van prinses Máxima heeft minister Van der Hoeven van Onderwijs donderdagmorgen in Den Haag subsidies uitgereikt aan 23 allochtone promovendi. De Mozaïeksubsidies werden voor het derde achtereenvolgende jaar toegekend door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO).
Dit jaar waren er 121 gegadigden. Van hen kregen de 45 beste de gelegenheid workshops bij de NWO te volgen en hun onderzoeksideeën verder uit te werken. De helft van die groep viel af. Onder de anderen werd 4 miljoen euro verdeeld: 180.000 per kandidaat. Daarmee gaan ze hun promotieonderzoek financieren.De Universiteit Leiden is net als in 2005 hofleverancier, nu met zes winnaars. In 2004, het eerste Mozaïekjaar, leverde de Vrije Universiteit in Amsterdam de meeste gehonoreerden.
Ruim twee derde van de winnaars is vrouw. Ook vorig jaar presteerden de vrouwen goed. Het merendeel van de gehonoreerden komt uit de regio Turkije/Irak/Iran en uit landen met opkomende economieën, zoals China en Rusland.
Mr. M. I. Federova
Masha Federova (26) kwam twaalf jaar geleden naar Nederland. „Mijn moeder is juriste, opgeleid in de Sovjet-Unie. Ook in de tijd van glasnost en perestrojka was het voor haar kennelijk nog nodig om uit Rusland weg te vluchten.”
Federova koos dezelfde richting: ze studeerde internationaal recht en strafrecht. Haar scriptie ging over het Internationaal Strafhof.
Daarna kwam ze in dienst bij het Studie- en Informatiecentrum Mensenrechten van de Universiteit Utrecht. Daar stelde ze een database samen van de jurisprudentie van het Joegoslaviëtribunaal. Donderdagmiddag presenteet ze in Den Haag het eindresultaat, nadat ze donderdagmorgen een subsidie kreeg voor haar volgende project: vier jaar promotieonderzoek naar een „eerlijk proces bij internationale straftribunalen.”
Iedereen heeft recht op een eerlijk proces, ook verdachten van de ernstigste mensenrechtenschendingen, zoals genocide en oorlogsmisdrijven. Maar wat is dan een eerlijk proces? Federova wil nagaan hoe internationale straftribunalen met dit fundamentele recht omgaan.
Heeft de onderwerpkeuze te maken met haar afkomst? „Nee, helemaal niet”, zegt ze eerst resoluut. Om even later toch te aarzelen. „Als buitenlander zit je toch een beetje in een zwakke positie. Die kant van de zaak spreekt me in het strafrecht ook het meest aan. Ik zou liever advocaat worden dan officier van justitie. De zwakkere partij tegenover de staat, daarvoor zou ik het willen opnemen. Misschien speelt mijn achtergrond toch wel een rol. Een klein beetje.”
Drs. P. T. Ha
Romantische relaties vormen het onderwerp van het promotieonderzoek ”De eerste liefde roest niet…” van ontwikkelingspsycholoog Thao Ha (24). Ze is geboren en getogen in het Brabantse Veghel. Een jaar voor haar geboorte verlieten haar ouders Vietnam.
„Ik heb me altijd al in relaties geïnteresseerd”, zegt Ha. „Relaties tussen man en vrouw, tussen ouders en kinderen, tussen broers en zussen. Tijdens mijn stage hield ik me bezig met romantische relaties tussen pubers. Daar bleek heel weinig onderzoek naar gedaan te zijn.”
Ha besloot dat onderzoek zelf uit te voeren. Vier dagen per week, vijf jaar lang, werkt ze bij het Behavioural Science Institute aan de Radboud Universiteit Nijmegen.
Via scholen gaat Ha 120 stelletjes in de leeftijd van 14 tot 18 jaar werven waarvan de partners voor het eerst een relatie hebben. Zij krijgen een vragenlijst voorgelegd. „Dat is in psychologisch onderzoek echter niet voldoende, omdat de antwoorden niet altijd helemaal overeenkomen met de werkelijkheid. Daarom ga ik de stelletjes ook observeren. Ik wil vooral weten hoe ze met elkaar leren omgaan.”
Hoe natuurlijk zullen de pubers zich gedragen als ze weten dat er een camera op hen gericht staat? „Ik ga ervan uit dat pubers een bepaalde natuurlijke houding hebben. De eerste vijf of tien minuten zullen ze zich bewust zijn van de camera. In die tijd voeren ze verschillende interactietaken uit voordat het observatiedeel begint. Ik laat hen over verschillende dingen met elkaar praten. Er is ook een conflicttaak, waarbij de stelletjes binnen drie of vier minuten een probleem moeten oplossen. Ik verwacht dat een aantal van hen daartoe niet in staat zal blijken te zijn, omdat ze hun boosheid niet beheersen. Vervolgens bestudeer ik hoe ervaringen in de eerste liefdesrelaties invloed hebben op latere relaties en op gevoelens zoals zelfwaardering en depressie.”
Drs. S. Novin Farahbakhsh
Sheida Novin Farahbakhsh (24), twee dagen jonger dan Thao Ha, kwam naar Nederland toen ze zes jaar was. „Ik ben geboren tijdens de oorlog tussen Iran en Irak. Toen Saddam Hussein met chemische wapens begon te dreigen, besloten mijn ouders naar Nederland te gaan. Dat kon gemakkelijk, want mijn moeder is Nederlandse.”
De invloed van verschillende culturen vormt ook het onderwerp van Farahbakhshs promotieonderzoek aan de Universiteit Leiden. De psychologe wil het emotioneel functioneren van Marokkaans-Nederlandse jongeren vergelijken met dat van Nederlandse leeftijdgenoten en van Marokkaanse jongeren in Marokko.
„Ik kan me voorstellen dat ik bij mijn Iraanse vader soms anders reageer dan bij mijn Nederlandse moeder. Vaak gaat dat echter onbewust. Ik wil graag weten in hoeverre Marokkaans-Nederlandse jongeren zich bewust zijn van de invloed die ze vanuit twee culturen ondergaan, welke tegenstrijdige signalen ze krijgen, hoe ze dat proberen op te lossen en welke gevolgen het heeft voor hun psychologisch, sociaal en academisch functioneren.”
De keuze voor jongeren van Marokkaanse afkomst is niet ingegeven door de vele problemen binnen deze groep. „Het is een grote bevolkingsgroep en ze wonen vaak bij elkaar in de steden. Dat zijn twee redenen waarom het handig is met hen aan het werk te gaan.”
Over de subsidies die de wetenschappelijke loopbaan van allochtone studenten moeten stimuleren, is ze positief. „Zelf heb ik er niet mee te maken gehad, maar ik zie in mijn omgeving hoe een allochtone afkomst nadelig kan werken. Als Pietje Jansen dezelfde sollicitatiebrief schrijft als Mohammed nog wat, maakt de eerste grotere kans om uitgenodigd te worden. Allochtonen kunnen daarom best wat stimulansen gebruiken.”