Houd het bij geloof!
We leven in de week van de geschiedenis. Het thema: ”Geloof en bijgeloof”. Veel musea en instellingen proberen met aangepaste exposities aandacht te vragen voor wat zij aan geloof en bijgeloof in huis hebben. Te midden van eeuwen kerkelijke historie heeft de Grote Kerk van Breda een hoekje vrijgemaakt om haar ”Kerkschat” in glas te vatten.
Het is al langer geleden en het was in Rijssen. De kinderen luisterden aandachtig. ’t Ging over het grote beeld waarvoor Daniël en zijn vrienden niet wilden buigen. Vol vuur vergaloppeerde de verteller zich en hij liet koning Nebukadnezar aan Daniël vragen: Waarom buigen jullie niet voor onze afgoden? Het is nauwelijks voor te stellen dat de koning zijn goden als afgoden betitelde. Wat de een ziet als god, ziet de ander als afgod. ’t Is maar van welke kant je er tegenaan kijkt.Hetzelfde geldt het thema van de week van de geschiedenis: Geloof en bijgeloof. Wat is nu eigenlijk geloof en wat bijgeloof? In Breda hebben ze zich het hoofd er niet over gebroken en de roomse en protestantse traditie in één tentoonstelling bij elkaar gebracht. De ”Kerkschat” van Breda openbaart beide, geloof én bijgeloof. De kijker mag kiezen.
Sinds de Reformatie heet de Onze-Lieve-Vrouwekerk in Breda gewoon Grote Kerk. Maar het gebouw is nu meer een culturele verzamelplaats. De kerk is deze middag afgehuurd voor een trouwdienst, maar volgende maand houdt Jan Siebelink er een ”Koorlezing”. De cultuurtoerist kan de praalgraven van Oranje-Nassaus bekijken, het orgel is vooral voor concerten. Rond het koor is een tentoonstelling over ”Bidden en zingen in schoonheid”.
Intussen werken op een stellage twee vrouwen noest en nijver aan de restauratie van een muurschildering. Om gevrijwaard te blijven van opdringerige belangstelling hebben ze een A4’tje aan de steiger gehangen: Niet storen!
Daar kwam ik ook niet voor en ik loop door naar de Niervaartkapel. Rechts van de pilaarschildering van ”Het goede en het kwade gebed”, waarop rechts een vrouw bidt om de genezing van de wonden van Christus en links een man voor eigen welzijn. Het hoofd van het kruisbeeld in het midden is verdwenen.
Ongeloof
In de hoek van de Niervaartkapel heeft het Breda’s Museum een drietal vitrines in U-vorm opgesteld en ingericht met objecten die in 1566, met de beeldenstorm, verdwenen waren. Ze werden veiliggesteld in het stadhuis en later bewaard in een roomse schuilkerk. Uiteindelijk belandden ze in depot in het museum.
Wie de U binnenloopt, ziet rechts twee zilveren monstransen van Bredase zilversmeden, die rond 1500 al ware kunststukjes konden vervaardigen. De inhoud van de glazen cilinder in de monstrans is ook een kunst-stukje: een overblijfsel van een heilige. Geloof of bijgeloof? Dit moet wel leiden tot ongeloof.
In een zilveren pyxis (een oliebusje) worden hosties vervoerd naar zieken. Binnenin zit het olievaatje voor de olie voor stervenden. Onder de voet staat gegraveerd: „Dit hebben de kerckmeesters van de groote kerc gecoft om de siecken te besoecken tot goodts eeren 1627.” Na de Spaanse inname van Breda in 1625 was de kerk weer een poosje in handen van de rooms-katholieken.
Wonderhostie
De linkerflank van de U bestaat uit het retabel (altaarkast) van Niervaart, in 1535 geschilderd door een anoniem gebleven kunstenaar. Met grote liefde en toewijding en buitengewoon vakmanschap heeft hij pro Deo (voor God) zijn talenten gebruikt, vast gelovend daarmee vergeving van zijn zonden te verdienen.
De afbeeldingen op het kunstwerk hangen samen met het wonderlijk mirakel van Niervaart, bij Klundert, waar eeuwen geleden Johan Bautoen een hostie vindt die bij aanraking spontaan begint te bloeden. De pastoor onderzoekt de hostie en komt tot de conclusie hier met een wonder van doen te hebben. Volgens de overlevering is de hostie goed voor wonderbaarlijke genezingen. Zelfs een verdronken kind wordt ermee opgewekt. Maar de wonderhostie heeft niet kunnen voorkomen dat het drieluik in de loop der tijd zwaar beschadigd werd.
Ravesteijn Statenbijbel
In de vitrine aan de kopse kant van de U, tussen rechts de monstransen en links het geschilderde drieluik, staat de protestantse vitrine. Avondmaalsschotels en vier avondmaalsbekers uit 1644/45 van Jan van Rijckel II. Ze waren van de protestantse diaconie van Breda. Op één staat -we zijn weer op Bijbels terrein- Elia afgebeeld, die wordt gevoed door de raven.
Midden in de vitrine ligt een Ravesteijn Statenbijbel uit 1660. Opengeslagen bij Hosea 14. Toeval? „Efraïm, wat heb ik meer met de afgoden te doen.” Daar houd ik het maar bij, de rest geloof ik wel.
Dit is de eerste aflevering in een driedelige serie over ”Geloof en bijgeloof”. ”De kerkschat” is sinds 30 september een vaste expositie in de Niervaartkapel van de Grote Kerk van Breda. Meer informatie: 076-5299300 en www.breda-museum.org.