Helft speeltuinen onveilig
DEN HAAG – Bijna de helft van de openbare speeltuinen in Nederland is onveilig. Toestellen vertonen gebreken, de ondergrond is niet valdempend en kinderen lopen kans op beknellingen en verwondingen.
Dat blijkt uit onderzoek van de ANWB in 103 speeltuinen met in totaal 1007 toestellen. De resultaten staan in het jongste nummer van ANWB blad Kampioen, dat woensdag verscheen. De test gaat over openbare speeltuinen, waarvoor gemeenten verantwoordelijk zijn. De speeltuinen werden door ANWB leden aangedragen na een oproep in de Kampioen. Niet onderzocht zijn speeltuinen die uitgaan van een particuliere vereniging.Dertien speeltuinen in het onderzoek voldoen aan alle veiligheidseisen. Van de 1007 gecontroleerde toestellen, van wipkip tot speelkasteel, zijn er 307 veilig.
Bij een kwart van de speeltoestellen deugt de valzone –de cirkel waarin een kind terechtkomt als het valt– niet. Vaak is de valzone te klein of is de ondergrond onvoldoende dempend, waardoor het kind gewond kan raken. Ook is er bij een kwart van de onderzochte toestellen kans op beknelling van hoofd, nek of ledematen of op verstikkingsgevaar wanneer een kind met zijn kleding ergens achter blijft haken.
Speeltoestellen van na 1997 moeten gecertificeerd zijn. Zelfs bij goedgekeurde speeltoestellen constateerde de ANWB gebreken. Veel mankementen zijn volgens de bond makkelijk te verhelpen.
De beste speeltuin uit de ANWB test bevindt zich in Hilversum, deze kreeg een 8,8. De hele speeltuin heeft een valdempende vloer. De onveiligste speeltuin is te vinden in Schijndel. Deze kreeg een 2,3. Alle speeltuinen zijn beoordeeld door twee onderzoekers van de ANWB die hiervoor een speciale cursus volgden.
De ANWB heeft de minister van Binnenlandse Zaken, de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de Voedsel en Water Autoriteit (VWA) op de hoogte gesteld van de uitkomsten van het onderzoek. De ANWB heeft gemeenten de gelegenheid gegeven te reageren op de resultaten. Vaak waren gemeenten het eens met de bevindingen van de ANWB en besloten zij de mankementen snel te verhelpen. In sommige gevallen bleef er verschil van mening tussen de bond en de gemeente over de interpretatie van de regels. De ANWB roept daarom de VWA op helderheid te verschaffen.
De VWA zegt zich desgevraagd niet te herkennen in de door de ANWB aangegeven onduidelijkheid, aldus woordvoerder Coen Gelinck vanmorgen. „Wij inspecteren de speeltuinen zelf ook en onze bevindingen zijn toch wat minder ernstig dan die van de ANWB. Niettemin zullen we de bond uitnodigen om over zijn onderzoek te praten en om te kijken waar die onduidelijkheid nu precies in zit.”
Jaarlijks komen 7200 kinderen bij de afdeling spoedeisende hulp in het ziekenhuis terecht omdat ze gewond zijn geraakt in een speeltuin. Dit komt neer op twintig kinderen per dag. Niet alle kinderen gaan naar het ziekenhuis en ook kinderen die bij een huisarts terechtkomen zijn niet meegerekend. Daarom ligt het werkelijke aantal ongevallen in speeltuinen volgens de stichting Consument en Veiligheid veel hoger, op 22.000 per jaar. De meeste ongelukken, 1700 per jaar, gebeuren op een klimrek. Het gevolg is vaak een botbreuk. Na het klimrek gebeuren de meeste ongelukken op glijbanen (1500 keer per jaar) en op de schommel (630 keer per jaar). De meeste slachtoffers zijn tussen de 5 en de 10 jaar oud, aldus Consument en Veiligheid.