Bengalen vol wrok tegen Pakistan
Talrijke organisaties in Bangladesh hebben het bezoek van de Pakistaanse president Pervez Musharraf dinsdag aangegrepen om te protesteren tegen de wreedheden die het Pakistaanse leger heeft begaan in de oorlog van 1971.
Musharraf woonde in de buurt van de hoofdstad Dhaka een nationale herdenking bij van de helden van de Bengaalse onafhankelijkheidsstrijd van 1971. Nadat hij een krans bij het monument had gelegd, betuigde de Pakistaanse president in het gastenboek schriftelijk zijn spijt over wat er toen is gebeurd. Hij noemde de excessen die in die periode zijn begaan „betreurenswaardig.”
Organisaties van onder meer mensenrechtenactivisten, professoren, studenten en schrijvers hebben Musharraf tot persona non grata in Bangladesh verklaard, omdat zij de generaal associëren met het leger van Pakistan. „Een spijtbetuiging is niet genoeg”, zei Mutasir Mamun, een woordvoerder van een organisatie van gegriefde Bengaalse burgers. „Generaal Musharraf moet Bangladesh onvoorwaardelijk zijn excuses aanbieden en zorgen voor processen tegen officieren wegens oorlogsmisdaden”, aldus Mamun.
Volgens officiële dossiers zijn in de oorlog ongeveer drie miljoen Bengalen om het leven gekomen en zo’n tien miljoen gevlucht naar India. Het Pakistaanse leger wordt beschuldigd van massamoord, verkrachting en plundering tijdens zijn terreurcampagne. Er kwam een eind aan het bloedige conflict toen India zich mengde in de strijd voor een onafhankelijk Bangladesh, een vroegere provincie van Oost-Pakistan.
Musharraf riep met zijn tekst in het gastenboek de Bengalen en Pakistanen op om het verleden te vergeten. „Laten we samen verder gaan met de moed voor een compromis, die groter is dan de moed voor een confrontatie”, schreef hij. Volgens Mamun zijn normale betrekkingen tussen Pakistan en Bangladesh onmogelijk totdat Pakistan behalve met processen tegen de verantwoordelijken en officiële excuses, ook komt met een schadevergoeding voor nabestaanden van de slachtoffers.