Volgens de raadsman is de beëindiging van de detentie toe te schrijven aan een samenspel van factoren. Naast de vaststelling van haar voormalige woonplaats in China had dit volgens hem ook te maken met de ophef die in de media en politiek over de zaak is ontstaan.De moeder, die sinds 1998 in ons land verblijft, zat in detentie in Zeist omdat ze volgens justitie onvoldoende weigerde mee te werken aan haar terugkeer. Ze koos er met haar zoon voor samen te blijven. De jongen had ook naar familie, vrienden of een pleeggezin gekund.

Zaterdag werd de detentie opgeheven omdat er nieuwe informatie bij de autoriteiten was binnengekomen. Volgens Collet bestond die informatie onder meer uit de door hem aangedragen informatie over de voormalige woonplaats van de vrouw in China die tot nu toe niet bekend zou zijn geweest bij de autoriteiten. „Het was relatief makkelijk het oude adres te traceren", aldus de raadsman.

Volgens Collet is de vraag of de vrouw in Nederland kan blijven afhankelijk van onderzoek naar haar achtergrond. „De centrale vraag is of het haar te verwijten is dat ze niet terugkan naar China". Volgens de raadsman is het moeilijk de persoonsgegevens van de vrouw te controleren.

„Zij is al op zeer jonge leeftijd naar Nederland gekomen en had toen nog geen identiteitsbewijs. Ook op basis van DNA–onderzoek is dit bijzonder moeilijk omdat haar beide ouders al zijn overleden en het moeilijk wordt uit te vinden waar zij begraven zijn".

De rechtbank in Zutphen bepaalde maandag dat een beroep dat Chen tegen het voortduren van haar detentie had ingesteld, ongegrond was. Zij stelde het beroep in nadat de rechtbank eind september ook al had besloten dat haar inbewaringstelling kon voortduren. Omdat de detentie van de moeder en zoon in het weekeinde echter al werd opgeheven, heeft de uitspraak geen invloed meer op haar situatie.