Rekenschap
Handelaren zijn gewoon eenmaal per jaar hun rekening op te maken. Als wij nu bij deze het ook eens doen. Laten we daarbij denken aan die grote rekening waarmee wij allen van doen hebben, namelijk op de grote rekendag die nadert. Kom, lezers, laat ik u dat dan uit de Naam des Heeren eens toeroepen: Geef rekenschap van uw rentmeesterschap.
De samenhang komt uit een gelijkenis die de Heere Jezus Zijn discipelen en Zijn toehoorders toont. Een zeker rijk mens roept zijn rentmeester tot zich en verzoekt hem rekenschap te geven van zijn rentmeesterschap.Onder die rijke mens moeten we niemand anders dan God de Heere zelf verstaan. Hij vordert rekenschap van elk mens of hij getrouw is in de gave en goederen, van de minste tot de meeste, die God als een rijk heer aan de kinderen der mensen schenkt. Hij zet er eenieder als een rentmeester over.
Hij maakt hen als rentmeesters over de tijd. Ieder mens deelt Hij een zekere tijd van leven toe. Dat is het rentmeesterschap over de tijd. Dat is de tijd uitkopen zegt Paulus.
Hij geeft hun een rentmeesterschap over de natuurlijke goederen van het lichaam, over gezondheid en over sterkte, ook het gebruik van zinnen, ja, over jeugd en over ouderdom en wat dies meer zij.
Abraham Hellenbroek, predikant te Rotterdam (”Keurstoffen”, 1734)