Oplichterij
Oplichterij, daar komt het in rond Hollands toch wel op neer, die praktijken van met name Amerikaanse bedrijven om de omzet- en winstcijfers te flatteren. Thans is het het Amerikaanse telecombedrijf Qwest dat daardoor in opspraak verkeert.Qwest is in Nederland vooral bekend door KPNQwest, een beursgenoteerd kabelbedrijf dat onlangs failliet ging. Men had zich het hoofd op hol laten brengen door ongefundeerde groeiverwachtingen.
Het Amerikaanse moederbedrijf heeft de laatste jaren door allerlei schijnverkopen de omzet opgevoerd. Bijna eenvijfde van alle boekhoudtransacties was in feite fictief. Een tijd lang had niemand dat in de gaten en de accountant deed er ook niet moeilijk over.
Nu in de VS de regels worden aangescherpt, moest men echter z’n malversaties opbiechten. En wie weet welke grote bedrijven nog zullen volgen. Enron was kennelijk geen incident. Er is sprake van een structureel probleem.
Bedrijven, met name in de sterk expanderende telecomsector, flatteerden omzet- en winstcijfers om de beurskoersen te beïnvloeden. Dat was in het belang van de directie en andere personeelsleden die aandelen hadden in het eigen bedrijf. In Amerika is het normaal dat men aandelen heeft in het bedrijf waar men werkt. Zelfs de pensioengelden worden zo belegd. Op die manier, zo redeneert men, hebben mensen belang bij goede bedrijfsresultaten en zullen ze zich extra inzetten.
Ook de aandeelhouders kon men op die manier te vriend houden. Hun aandelen werden immers steeds meer geld waard. Vandaar dat zij er geen bezwaar tegen hadden dat de salarisregelingen en tantièmes van de directie naar boven werden bijgesteld. De directie had immers een belangrijke bijdrage geleverd aan die opvallend goede resultaten.
Een hoge beurskoers maakt het bovendien makkelijker om tegen gunstige voorwaarden bankkredieten los te krijgen. Voor die kredieten leek immers voldoende dekking te zijn.
Vandaar dat nu niet alleen personeelsleden de waarde van hun aandelen zien kelderen en hun pensioenvoorziening bedreigd zien, en de beleggers zich niet langer rijk kunnen rekenen, maar ook de banken die royaal krediet verleenden, nu zorgelijk kijken. Een paar affaires per jaar kunnen de grote banken best hebben, maar het moeten er toch niet te veel worden.
De afgelopen jaren is het bedrijfsleven op het Europese continent meer onder invloed gekomen van het Amerikaanse model, waarin aandeelhouderswaarde vanouds een centrale plaats innemen. De beursvloer is het hart van de economie, zo gaf onze nieuwe minister van Economische Zaken, Heinsbroek, onlangs als zijn mening te kennen.
Thans blijkt echter dat die sterke fixatie op beurskoersen duidelijk nadelen heeft. Niet alleen omdat particulieren maar ook instellingen zoals pensioenfondsen zich gemakkelijk rijk rekenen wanneer de koersen voortdurend omhooggaan en er onvoldoende rekening mee houden dat het beursklimaat spoedig kan omslaan.
Voor de bedrijven zelf is het verleidelijk om allerlei optische trucs toe te passen om beter voor de dag te komen dan reëel is. De geldgierigheid is een wortel van alle kwaad (1 Timótheüs 6:10).