Marashi heeft tot eind 2008 van het hoofdkantoor gekregen om de zaken af te wikkelen. Stork gaat zeker niet meer investeren in Iran. Niet na wat er in het verleden is gebeurd. „Bovendien concentreren ze zich nu op andere zaken”, zegt de accountant Marashi, die sinds 1975 voor het Nederlandse concern werkt.Stork bezat ooit zes, zeven bedrijven in Iran, vertelt hij, met meer dan duizend werknemers. De onderneming kwam in 1968 naar Iran, dat toen nog werd geregeerd door de sjah, een bondgenoot van de Verenigde Staten. Alles veranderde met de revolutie van 1979 en de machtsovername door ayatollah Khomeini.

Ruim een jaar na de val van de gehate sjah vielen troepen van de Iraakse dictator Saddam Hussein Iran binnen. Vooral in het zuiden werd hard gevochten en juist hier had een belangrijk deel van de activiteiten van Stork plaats. In het zuiden is de Iraanse olie-industrie geconcentreerd.

Zo bezat Stork een groot pakhuis in de zuidelijke stad Ahvaz in de buurt van de grens met Irak. Vlakbij lag het militaire hoofdkwartier van de Iraniërs. „Het leger nam het pand over. Het lag vol met materiaal voor de olie-industrie en onze suikerfabrieken. Alle spullen zijn verdwenen. Het leger beloofde toen het de zaak overnam alles te vergoeden, maar dat is tot op de dag van vandaag niet gebeurd”, aldus Marashi.

Volgens hem is niet duidelijk wie het materiaal heeft meegenomen. Het enige wat hij weet is dat de goederen een waarde vertegenwoordigden van circa 10 miljoen dollar. En dat geld probeert hij nu al jaren terug te krijgen van de Iraanse staat.

„Tien jaar geleden is het al eens geprobeerd, maar toen zijn we er niet in geslaagd.” Hij is niet optimistisch dat hij de 10 miljoen vergoed krijgt. Ik denk dat we alleen geld voor het pakhuis terugkrijgen, en dat was ongeveer 2 tot 2,5 miljoen waard.” Maar Stork heeft nog een claim lopen tegen de Iraanse staat.

Een bedrijf van Stork had kort voor de revolutie een opdracht gekregen van de Iraanse staatsoliemaatschappij. Alles was op papier in orde en het werk werd naar tevredenheid uitgevoerd. Na de omwenteling wilde het oliebedrijf niet meer betalen. Het gaat omgerekend om een bedrag van 5,6 miljoen euro, zegt Marashi.

Na de revolutie heeft Stork de meeste bedrijven in Iran van de hand gedaan. De rest werd geconcentreerd in de hoofdstad Teheran. In de loop der jaren liep het aantal werknemers terug tot twee. Tot twee maanden geleden werkte Marashi nog met een collega, maar die is met pensioen gegaan.

„Stork bezit nog een vier verdiepingen tellend gebouw in het noorden van Teheran. Dat wordt verhuurd en daarvan worden mijn inkomen en de advocaat bekostigd”, aldus Marashi. Hij moet dit jaar nog drie Storkbedrijven opheffen die alleen nog op papier bestaan. Daarna bestaat alleen nog Stork Iran & Co. Ltd. Tot eind 2008 blijft dat bedrijf nog bestaan en tot die tijd zal officemanager Marashi hard blijven vechten voor de verloren miljoenen van Stork.