Verenigde Naties staken activiteiten in Tsjetsjenië
De Verenigde Naties hebben hun hulpprogramma’s in Tsjetsjenië voor onbepaalde tijd opgeschort na de ontvoering afgelopen week van Nina Davidovitsj, hoofd van de Russische non-gouvernementele organisatie Droezjba (Vriendschap).
Dat maakte Viktoria Zotikova, woordvoerster van het VN-kantoor voor humanitaire zaken in Moskou, maandag bekend.
Er wordt alleen een uitzondering gemaakt voor de drinkwatervoorziening in de Tsjetsjeense hoofdstad Grozny. De hulp aan vluchtelingen in de aan Tsjetsjenië grenzende regio Ingoesjetië, waar Droezjba is gevestigd, wordt uit protest tegen de ontvoering twee dagen stilgelegd.
Het besluit is de VN moeilijk gevallen omdat de Tsjetsjeense bevolking erdoor wordt getroffen, maar voor de VN staat de veiligheid van de medewerkers voorop, zei Zotikova. De opschorting is ook bedoeld om solidariteit te betuigen met Davidovitsj.
De programma’s zullen waarschijnlijk worden hervat als Davidovitsj vrijkomt, zei de woordvoerster. De VN-coördinator humanitaire zaken Rosemary McCreery en andere functionarissen zijn naar Tsjetsjenië vertrokken om met de Russische autoriteiten daar de toestand te bespreken.
Volgens Russische nieuwsberichten werd Davidovitsj door onbekende gewapende mannen tot stoppen gedwongen en meegenomen. Er is geen losgeld geëist en wie voor de ontvoering verantwoordelijk is blijft duister. De organisatie van Davidovitsj werkt samen met Unicef aan onderwijsprogramma’s en psychologische hulp voor kinderen in Tsjetsjenië.