„Godsdienstles bevordert respect”
DEN HAAG - „Godsdienstlessen op openbare basisscholen dragen bij aan burgerschapsvorming. Daarom mag de landelijke overheid niet werkloos toezien als steeds minder gemeenten geld voor dit doel uittrekken.”
CDA-Kamerlid De Vries sprong deze week, tijdens de behandeling van de onderwijsbegroting, in de bres voor de lessen godsdienst en levensbeschouwing in het openbaar onderwijs. Hij pleit voor een landelijk bekostigingsstelsel voor leerkrachten die deze vakken geven. Dat kan door de oprichting van een soort uitzendorganisatie die de leerkrachten in dienst neemt en ’uitleent’ aan scholen. De Kamer steunt dit idee.De Vries vindt dat de Kamer het aan zichzelf verplicht is deze vorm van onderwijs de helpende hand te bieden. „Enkele jaren geleden besloot de Kamer dat leraren godsdienst en levensbeschouwing op openbare scholen onderwijsbevoegdheid moeten hebben. Dat is een goede zaak, maar die professionalisering kost wel geld. Ik vind het de taak van de landelijke overheid om dan de helpende hand te bieden.”
Waarom reageerde minister Van der Hoeven van Onderwijs, uw partijgenoot, dan afwijzend?
„De minister heeft wel waardering voor deze vorm van onderwijs, maar zij vindt het principieel onjuist dat de landelijke overheid dit gaat bekostigen. Ik zie dat anders. Als de overheid kwaliteitseisen gaat stellen aan de leerkrachten, dan leidt dat tot kostenverhoging. Dan kan de overheid niet zeggen: ik kijk even de andere kant op.
Ik begrijp wel een beetje dat de minister terughoudend is. Zo’n landelijk werkende organisatie kost geld en dat heeft ze nu niet beschikbaar. Maar er is in de Tweede Kamer breed draagvlak voor mijn suggestie. De minister doet er daarom goed aan het overleg over de realisering van zo’n organisatie op te starten. Dan kan het nieuwe kabinet, dat zal aantreden na de verkiezingen en de formatie, daarover een definitief besluit nemen.”
Waarom vindt u lessen levensbeschouwing en godsdienst zo belangrijk?
„Het is goed dat alle kinderen -van ouders die dat wensen- deze vorming meekrijgen. Ik zie dat als een rijkdom. De lessen komen ook tegemoet aan ouders die hun kind noodgedwongen naar het openbaar onderwijs sturen omdat in hun woonomgeving geen school staat van hun eigen richting.
Daarbij komt dat onderwijs een belangrijke rol speelt bij het integratievraagstuk. We leven in een pluriforme samenleving waarin ouders jongeren thuis en op school kennis en respect moeten bijbrengen voor andersdenkenden en andersgelovigen. Deze vorm van onderwijs kan daaraan bijdragen.
Tot slot is er een aanzienlijke groep ouders die zichzelf niet als gelovig ziet, maar het wel belangrijk vindt dat hun kinderen grondbeginselen van de christelijke of humanistische levensbeschouwing meekrijgen.”
Zou het ideaal van een christen niet moeten zijn dat alle openbare scholen onderwijs geven bij een open Bijbel?
„We hebben in ons land nu eenmaal gekozen voor een systeem waarbij ouders bepalen welke vorm van levensbeschouwelijk onderwijs ze voor hun kinderen wensen. Dat kan christelijk georiënteerd zijn, maar ook humanistisch. De instanties die de leerkrachten sturen, zoals kerken, bepalen de inhoud. Daar gaat de overheid niet over. Het is de taak van deze leerkrachten en van de organisaties die achter hen staan, om te zorgen voor aantrekkelijke lessen.”