„Veel te weinig oog voor kwaliteiten nieuwkomers”
AMSTERDAM - Nederlanders denken te veel in categorieën. Daardoor krijgen nieuwe landgenoten al snel het etiket ”problematische allochtoon” opgeplakt en kunnen ze zich veel lastiger bewijzen.
Dat vindt prof. dr. Halleh Ghorashi, die vrijdagmiddag haar inaugurele oratie hield aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Prinses Máxima was daarbij aanwezig.Ghorashi, die de eerste twintig jaar van haar leven in Iran woonde, is vanaf vanmiddag de eerste houder van de nieuwe leerstoel ”management van diversiteit en integratie” aan de VU. Die leerstoel is een initiatief van de commissie Pavem, waarin prinses Máxima zitting heeft. Zij is bovendien ook lid van het curatorium dat toezicht houdt op de leerstoel van Ghorashi. „Ik heb de prinses dan ook al een aantal keren ontmoet”, zegt de hoogleraar. „Zij is enorm betrokken op haar werk. De integratie van migrantenvrouwen gaat haar aan het hart. Ik ervaar haar betrokkenheid als een soort beschermengel voor mijn leerstoel. Die krijgt zo veel aandacht dat ik eigenlijk niet het kleinste foutje mag maken. Dat is soms heel zwaar, maar het gegeven dat prinses Máxima erachter staat, maakt het anders.”
U richt zich in uw werk vooral op de participatie van vrouwen uit etnische minderheidsgroepen. Wat moet er anders?
„We weten allemaal dat er een enorme tweedeling is in de Nederlandse samenleving. Dat heeft natuurlijk effecten op de participatie van nieuwe Nederlanders. Daarom is het van groot belang dat we tegenwicht bieden aan de tweedeling. Ik uit kritiek op de wijze waarop wij in Nederland met cultuurverschillen omgaan. We denken te veel in categorieën en de contrasten daartussen. Zo is er het idee dat de cultuur van nieuwe Nederlanders totaal anders is en dat zij per definitie een achterstand hebben. Daardoor is er te weinig oog voor hun kwaliteiten.”
Is dat ook uw eigen ervaring?
„Zeker. Het grootste deel van mijn leven tot nog toe heb ik in Iran gewoond. Maar ik heb hier gestudeerd en hier mijn carrière en een sociaal leven opgebouwd. Net zoals veel andere nieuwe Nederlanders ben ik deel geworden van deze samenleving. Het etiket van achterstand is echter zo keihard aanwezig dat we niet meer zien dat deze mensen ook enorme ambities hebben. Ik had een achterstand, maar óók ambities. Mij is het gelukt die te verwezenlijken, maar er zijn zo veel andere migranten die ook zo hun best doen.”
Veel nieuwkomers hebben een islamitische achtergrond. Staat de islam die participatie in de weg?
„De heersende opvatting is dat je seculier moet zijn om te kunnen emanciperen. Dat is kortzichtig. Religie als zodanig staat emancipatie niet per definitie in de weg. Maar als je bepaalde groepen steeds oplegt: jullie moeten emanciperen, jullie cultuur is onderdrukkend, dan kom je als nieuwkomer voor een dilemma te staan. Als iedereen de islam een achterlijke religie vindt, gaan mensen die de religie dragen haar juist verdedigen. Wij moeten veel minder een model van emancipatie opleggen aan nieuwkomers en veel meer loslaten. Niet voor niets heb je ook allerlei vormen van christelijke en joodse emancipatie. Je kunt emancipatie en participatie niet in een bepaalde vorm gieten en vooral niet afdwingen. Nederland heeft een geschiedenis van tolerantie, dat moeten we echt vasthouden.”