Artsen pakken samen hart– en vaatziekten aan
DEN HAAG (ANP) – Huisartsen, diëtisten, verpleegkundigen, fysiotherapeuten en specialisten gaan samen aan de slag om bij 40–plussers met bijvoorbeeld een te hoge bloeddruk, of diabetes alle risicofactoren voor hart– en vaatziekten in beeld te brengen. Afhankelijk van de uitkomst zal de patiënt preventieve leefstijladviezen, preventieve medicijnen of behandeling krijgen.
Dat staat volgens professor Wim Stalman van het VU medisch centrum in een nieuwe richtlijn die volgende week door de nieuwe stichting Platform Vitale Vaten wordt gelanceerd. In dat platform slaan zorgverleners en patiëntenorganisaties de handen ineen om de preventie hart– en vaatziekten te verbeteren.Stalman verwacht dat door de nieuwe aanpak de overlevingskansen van 40–plussers flink zullen verbeteren. De aanpak zal er ook toe leiden dat „enorm veel” meer mensen in aanmerking komen voor preventieve zorg en bijvoorbeeld preventief een bloedverdunner, of medicijnen tegen cholesterol moeten slikken. Die zorg wordt in principe vergoed, maar de zorgkosten zullen hierdoor fors toenemen.
Volgens de richtlijn moet bijvoorbeeld een diëtist een patiënt met overgewicht en diabetes doorverwijzen naar de huisarts om alle risicofactoren te laten meten. Volgens een speciaal model wordt vervolgens de kans op hart– en vaatziekten of sterfte in de komende tien jaar in een cijfer uitgedrukt.
Ligt dat boven de 5 procent dan krijgt de patiënt leefstijl advies. Ligt het tussen de 5 en 10 procent en de aandoeningen komen ook bij de familie van de patiënt voor, dan kan dat leiden tot leefstijladvies en een preventief medicijn tegen bijvoorbeeld een hoge bloeddruk of cholesterol. Mensen bij wie de uitkomst hoger dan 10 procent is worden voortaan behandeld alsof ze al langer diabetes hebben of al een hartinfarct hebben gehad.
Het Platform houdt volgende week donderdag haar formele oprichtingsbijeenkomst in Den Haag. Dan zal ook een begrijpelijke patiëntenfolder worden gepresenteerd. Het is overigens de bedoeling dat de patiëntenorganisaties de komende jaren een belangrijke rol gaan spelen bij het verbeteren van de manier waarop deze nieuwe richtlijn wordt uitgevoerd.