„Kinderen genieten van Bijbelse verhalen”
PIJNACKER - Al een paar jaar geeft ze godsdienstles op een openbare basisschool in Pijnacker. Dorien Kapel (41) uit dezelfde plaats raakt niet snel uitgepraat over haar werk. „De meeste mensen denken altijd dat je komt om zieltjes te winnen. Maar ik ga de kinderen niet oproepen Jezus te volgen.”
Waarom dragen vrouwen een hoed als ze naar de kerk gaan? Waarom hebben meisjes een rok aan? Wat is bidden precies en waarom doe je dat? Wat is het verschil tussen God en Allah? Waarom zijn er mensen die denken dat als je niet gelooft je in de hel terechtkomt?Vragen die Kapel meermalen op zich krijgt afgevuurd. „Ik vind het belangrijk om kinderen die niets van het geloof weten met het christendom in aanraking te brengen. De Nederlandse geschiedenis is doortrokken van het christendom.”
Acht uur per week is de onderwijzeres op de school te vinden. Dat het geen christelijke school is, vindt ze alleen maar een voordeel. „Ik voel me aangetrokken tot mensen niets met het geloof te maken willen hebben. De Heere Jezus is niet naar deze aarde gekomen om te oordelen, maar om het verlorene te zoeken en ons als mensen te leren hoe we mens zijn met en voor elkaar.”
Bijna alle kinderen uit de bovenbouw krijgen inmiddels godsdienstles. Ouders moeten daar wel toestemming voor geven als hun kind belangstelling heeft om de les te volgen. „Ik had eens in groep 8 een jongen die eerst niet wilde. In januari kwam hij bij me met de vraag of hij er toch nog bij kon. Nadat ik met Pasen over de opstanding van de Heere Jezus had verteld, zei hij: „Mooi dat ik het weet, maar nu wil ik ook weten hoe Hij is geboren.” De onkunde is groot.”
De godsdienstonderwijzeres gaat ook in op andere religies, maar dat doet ze altijd vanuit de visie van het christendom. „Ik vind het leuk om de lessen praktisch te maken. Zo staat een uitje naar het Historisch Museum en het Catharijneconvent in Utrecht, waar een tentoonstelling is over feesten, op het programma. Ook bezoeken we samen de kerken in de buurt.”
Aan het begin van het schooljaar krijgen de leerlingen een kaart waarop ze een vraag van religieuze aard mogen stellen. „Dan krijg ik vragen als: Waarom gaan mensen naar de kerk? Waarom zijn er zo veel geloven?”
Religie is weer in, merkt de Pijnackerse, die een PKN-achtergrond heeft. „Dat geeft ook ruimte voor het christendom. Toen vorig jaar het boek ”Knielen op een bed violen” van Jan Siebelink verscheen, kwam bij veel personeelsleden van alles weer boven. Dat merk ik ook vaak op informatieavonden voor ouders aan het begin van het schooljaar. Sommigen komen met kromme tenen, omdat ze nog last ondervinden van wat hun vroeger is verteld. Maar kinderen vertellen thuis enthousiast over de lessen. Op een openbare school zijn er niet zo veel momenten dat kinderen met z’n allen naar een Bijbels verhaal luisteren, maar daar genieten ze van. Het blijft wezenlijk voor mij om hen te laten proeven dat God God is, en ook liefde.”