Zwitserland wordt VN-lid maar blijft neutraal
De Veiligheidsraad stemde deze week in met de toetreding van Zwitserland tot de Verenigde Naties. In een aanbeveling aan de Algemene Vergadering van de VN geeft de Veiligheidsraad een positief advies om dit land in september volwaardig lid te laten worden van de volkerenorganisatie.
Een unieke gebeurtenis omdat er geen land bekend is waarvan de bevolking zich vrijelijk uitsprak over toetreding tot de Verenigde Naties. De Zwitserse regering vindt dat het lidmaatschap van de VN de neutraliteit eerder zal versterken dan ondermijnen.
„In de toekomst zijn de Zwitserse diplomaten niet meer waarnemers, maar ook deelnemers.” Zo typeerde Jeno Stahelin, het hoofd van de Zwitserse waarnemersmissie bij de VN, de nieuwe positie van de Zwitserse diplomatie. Zwitserland nam decennia lang een zelfgekozen geïsoleerde positie in de internationale gemeenschap in. Het is het enige land dat tot nu toe buiten de VN is gebleven. Alleen Vaticaanstad en Taiwan zijn de twee landen die geen lid (mogen) zijn.
De neutraliteit van Zwitserland is eeuwenoud en door de internationale gemeenschap gerespecteerd. Neutraliteit betekende in het Zwitserse geval geen afzijdigheidspolitiek. Vooral in de 19e eeuw gaf de regering in Bern aan dat neutraliteit in vredestijd ook het zich inzetten voor de internationale gemeenschap betekent. Zo organiseerde Zwitserland in die tijd diverse internationale conferenties. Ook kozen verschillende organisaties er hun zetel: het in 1863 opgerichte Rode Kruis koos als vestigingsplaats Genève. Opmerkelijk was tevens dat het hoofdkwartier van de volkenbond in Genève was gevestigd.
De meer recente Zwitserse politiek van neutraliteit was gegrond op de Bindschedler-doctrine van 1954. Deze doctrine bevatte drie elementen: het maken van onderscheid tussen de multilaterale organisaties die ”politiek” en ”niet-politiek” van aard waren. De ”politieke” organisaties waren strijdig met de neutraliteitsgedachte. In de tweede plaats: toetreding van Zwitserland tot de douane- en economische unies was nadrukkelijk verboden, en ten slotte was deelname aan economische sancties evenmin toegestaan.
Op grond van deze doctrine was Zwitserland waarnemer in de belangrijkste VN-organen en tegelijkertijd lid van alle gespecialiseerde (”niet-politieke”) instellingen van de VN.
Na de beëindiging van de Koude Oorlog is de politieke betekenis van een neutraliteitspolitiek in Europa aanzienlijk afgenomen. Zwitserland kon zich eeuwenlang door zijn centrale ligging tussen rivaliserende machten (Frankrijk, Duitsland, Oostenrijk-Hongarije) een politiek van neutraliteit veroorloven. Tussen deze machten is evenwel een blijvende vrede gesloten. Zeker nadat de Koude Oorlog is verdwenen, heeft Zwitserland zijn positie als ”land van het midden” verloren.
De Zwitserse Bondsraad, bij wie de uitvoerende macht berust, heeft op grond van deze nieuwe ontwikkelingen sinds 1993 aan de neutraliteitspolitiek een nieuwe invulling gegeven. De raad besloot toen dat deelname aan de interventies, die een volkenrechterlijke basis hebben, niet strijdig is met de Zwitserse neutraliteit. Het gaat hier volgens de raad niet „om een oorlog waar het recht op neutraliteit relevant is, maar om een uitvoering van een besluit dat door de internationale gemeenschap is genomen.” Deze koerswijziging stond niet op zichzelf. Niet alleen bij de raad maar ook bij delen van de bevolking bestond veel sympathie om de strikte neutraliteit op te geven. Dat kwam tot uiting in het initiatiefreferendum van 1986. Toen kwam een volksinitiatief van ten minste 100.000 stemgerechtigde burgers met een voorstel tot grondwetswijziging. 76 procent van de Zwitsers voelden toen echter nog niets voor het opgeven van de neutraliteitspolitiek.
Het imago van een strikte neutraliteit werd in 1996 verder aangetast toen vanuit de internationale gemeenschap de Zwitserse houding in de Tweede Wereldoorlog bekritiseerd werd. Dat was voor voorstanders van het VN-lidmaatschap aanleiding om opnieuw aan te koersen op een referendum. Omdat het lidmaatschap van de VN een wijziging van de grondwet vereist, is niet alleen een meerderheid van de bevolking nodig. Er is ook een meerderheid van de kantons vereist om Zwitserland VN-lid te laten worden.
De tegenstanders, die vooral in de Schweizerische Volkspartei (SVP) te vinden zijn, vrezen dat de Zwitserse neutraliteit door een volwaardig lidmaatschap verder wordt uitgehold door bijvoorbeeld een afgedwongen deelname aan VN-vredesoperaties. Tegenstanders vinden verder dat de VN geen rechtsorganisatie is maar een machtsorganisatie. Naar hun mening hebben de grote mogendheden het er door middel van hun vetorecht voor het zeggen. De SVP gaat alleen akkoord met toetreding van Zwitserland als het vetorecht in de Veiligheidsraad wordt afgeschaft. Volgens de SVP staat het „ondemocratische” recht van de vijf vaste leden van de Veiligheidsraad haaks op het principe dat alle VN-lidstaten soeverein en gelijk zijn. De Bondsraad wijst deze voorwaarde af. De raad werd hierbij gesteund door een kleine meerderheid van de Zwitserse bevolking. Begin maart stemde 54,6 procent van de 4,5 miljoen stemgerechtigde inwoners en twaalf van de 23 kantons voor. Daarmee werd de toetreding een feit.
Half juli vroeg de regering formeel haar lidmaatschap aan. In een officiële verklaring gaf zij aan dat het „federale parlement en de federale raad verantwoordelijkheid nemen om de noodzakelijke nmaatregelen die de neutraliteit van het land garanderen. Zwitserland is een neutraal land, wiens status in het internationale recht is gegarandeerd. De VN erkennen dat de neutraliteit van een lidstaat het nakomen van de verplichtingen onder het handvest niet negatief beïnvloedt en bijdraagt aan de doelen van de VN. Als lid van de VN zal Zwitserland neutraal blijven.”