Nederland aarzelt over vrije markt
AMSTERDAM (ANP) - De meeste Nederlanders zijn in beginsel voor een vrijere wereldhandel, maar zodra de eigen economie in het geding is, valt die meerderheid weg.
Dit blijkt uit een onderzoek dat het Amsterdamse bureau Motivation heeft uitgevoerd. Het onderzoek vond plaats in opdracht van NCDO, een organisatie die de bewustwording onder Nederlanders over ontwikkelingssamenwerking wil vergroten.Van de Nederlanders vindt 61 procent dat ontwikkelingslanden hun producten onbelemmerd op de Europese markt moeten kunnen brengen. In de praktijk gebeurt dit al. De steun voor deze vrije markttoegang blijkt echter aanzienlijk minder als de eigen economie en de werkgelegenheid worden bedreigd. Bijna de helft van de Nederlanders is voor invoerbelemmeringen die de economie moeten beschermen.
De onderzoekers peilden ook de meningen over invoerheffingen op Chinese schoenen. Het blijkt dat 54 procent van de Nederlanders hier voorstander van is. De Europese Unie gaf vorige week groen licht voor deze invoerheffingen. Europese schoenfabrikanten hadden geklaagd over oneerlijke concurrentie van Aziatische producenten die hun schoenen hier goedkoop afzetten. De Europese maatregel stuitte op groot verzet bij de Nederlandse regering, die tegen dit soort protectionistische maatregelen is. De opkomst van China en de groeiende concurrentiekracht van het land wordt door de Nederlanders niet als bedreigend ervaren.
Uit het onderzoek blijkt verder dat het Nederlandse beleid op het gebied van ontwikkelingssamenwerking brede steun krijgt vanuit de samenleving. Nederland besteedt 0,8 procent van het bruto nationaal product aan ontwikkelingssamenwerking. Van twee derde van de bevolking mag dit zo blijven. Van 17 procent mag het zelfs stijgen. Slechts een kwart van de Nederlanders heeft wel eens gehoord van de millenniumdoelen, die de wereldwijde armoede moeten bestrijden. Uit onderzoek van onder meer de Wereldbank blijkt dat vrije handel de armoede aanzienlijk kan verminderen.