Binnenland

„Aanpak zedenzaken ondermaats"

DEN HAAG – Pedofiele netwerken en producenten worden in Nederland nauwelijks aangepakt. Binnen de politie bestaat geen eenduidige mening over wat onder kinderporno moet worden verstaan. In beslag genomen materiaal wordt in een aantal gevallen niet gewist, omdat het vernietigen een tijdrovende zaak is. Er is te weinig specifieke deskundigheid bij politie en openbaar ministerie.

Dat zijn de hardste conclusies uit een evaluatie van de wijziging in de Nederlandse zedelijkheidswetgeving in 2002. Het onderzoek is verricht door het Verwey-Jonker Instituut, in opdracht van het ministerie van Justitie.

Binnenlandredactie
11 October 2006 16:20Gewijzigd op 14 November 2020 04:11

Doel van de wetswijziging was een betere bescherming tegen seksueel misbruik voor minderjarigen en andere kwetsbare groeperingen. Uit het onderzoek blijkt dat de overheid meer aandacht besteedt aan het tegengaan van de georganiseerde criminaliteit dan aan de strijd tegen zedenzaken.De bewijsproblemen voor kinderpornozaken zijn de afgelopen jaren verminderd. Het aantal sepots (afzien van vervolging) en vrijspraken is duidelijk afgenomen. Ondanks de verruiming van de wet zijn er echter situaties die niet of moeilijk onder de strafbepaling zijn te brengen, concluderen de opstellers van het evaluatierapport.

Het Verwey-Jonker Instituut beveelt het ministerie aan meer nadruk te leggen op het opsporen en vervolgen van de producenten van kinderpornografisch beeldmateriaal, omdat dit materiaal bovendien steeds gewelddadiger wordt. Uitbreiding van de internationale samenwerking is volgens het instituut dringend noodzakelijk om greep te krijgen op producenten van kinderporno. Verder pleit het instituut voor investeringen in nieuwe digitale opsporingsmethoden in de strijd tegen kinderporno.

Volgens het rapport is specialistische digitale kennis over kinderporno nu bij een beperkt aantal mensen bij de politie aanwezig en dient deze uitgebreid en gewaarborgd te worden.

Gezien de complexiteit van zedenzaken is volgens het Verwey-Jonker Instituut een landelijk specialisme zeden noodzakelijk bij politie, OM en de zittende magistratuur. Ook adviseert het rapport versterking van de gezamenlijke aanpak van kindersekstoerisme en training van politiemensen in de landen waar zich dat voordoet. Het ministerie van Justitie benadrukt in een reactie dat veel van de gesignaleerde knelpunten zich voordoen bij de aanpak van die vormen van criminaliteit die samenhangen met moderne informatie en communicatietechnieken.

„In de justitiebegroting voor 2007 is al aangegeven dat de politie en het openbaar ministerie de komende jaren een gerichte investering plegen in deskundigheid, expertise en capaciteit bij de aanpak van ”cybercrime”.

Dit zal de gewenste kwalitatieve en kwantitatieve versterking van de opsporing en vervolging van kinderporno mede ten goede komen.” Het ministerie benadrukt dat voor bepaalde vormen van kinderpornografie verhoging van het wettelijk strafmaximum wordt voorbereid.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer