De werkgroep van De Boer is twee jaar geleden door het kabinet opgericht tegen de hoge jeugdwerkloosheid. „In het begin dacht ik dat het probleem met het economisch herstel op te lossen is, maar het is een structureel probleem”, aldus De Boer. Hij wees erop dat nog steeds elk jaar 60.000 jongeren zonder diploma de school verlaten. „Als die thuis blijven tijdens de hoogconjunctuur, dan hebben we straks een nieuwe generatie uitkeringstrekkers”.Met de aantrekkende economie daalt weliswaar de jeugdwerkloosheid, maar het zijn volgens De Boer de goed geschoolde krachten waar werkgevers steeds moeilijker aan kunnen komen. „Het gros van de jongeren met een diploma is aan het werk”. De opdracht van 40.000 jeugdbanen vervullen, was „ook een fluitje van een cent”. Volgens De Boer is het zaak om werkloze jongeren zonder goede opleiding „met de haren erbij te slepen”. Werkgevers zijn volgens hem meer dan ooit bereid om te investeren in jongeren en kunnen daarvoor ook duizenden euro’s steun van de overheid krijgen.

Vorige week maakte de werkgroep al bekend dat een orthodoxe aanpak nodig is om werkloze jongeren aan te pakken. Circa 5 procent (50.000 jongeren) van de circa 1 miljoen 16– tot en met 22–jarigen blijkt niet gemakkelijk te porren voor werk. Zo had de Taskforce ruim zevenhonderd jongeren gevonden die zeiden aan de slag te willen in de zorg. Daarop bood zorgverzekeraar Achmea deze jongeren een leerbaan aan, maar uiteindelijk waren slechts dertien geïnteresseerd.