Verdere vertraging voor strafrechtelijk onderzoek Schipholbrand
HAARLEM (ANP) – Het strafrechtelijk onderzoek naar de fatale brand in het cellencomplex op Schiphol–Oost vorig jaar oktober, loopt verdere vertraging op. In afwachting van de inhoudelijke behandeling, verlengde de rechtbank in Haarlem maandag het voorarrest van de 24–jarige Achmed Al–J. uit Libië, die wordt verdacht van brandstichting.
Inmiddels staat vast dat de brand die aan elf mensen het leven kostte, is ontstaan in de cel van J., maar het is de vraag of hij de brand opzettelijk stichtte en of hij aansprakelijk kan worden gesteld voor de gevolgen. Ook twisten het OM en de verdediging van J. over het aantal brandhaarden in de cel; volgens het OM waren het er twee, volgens de advocaat één.De zaak looptvertraging op, doordat nader technisch onderzoek moet worden gedaan. Daarvoor moet het OM uitwijken naar een buitenlands onderzoeksinstituut, zo bleek tijdens de vierde pro–formazitting.
Het Openbaar Ministerie onderzoekt nog of het andere personen en/of instanties zal vervolgen in verband met de Schipholbrand. Er loopt inmiddels een gerechtelijk vooronderzoek tegen twee bewaarders, die de deur van de cel van J. lieten openstaan. Hierdoor kon de brand zich razendsnel verspreiden.
Ook onderzoekt het OM of de gemeente Haarlemmermeer en de rijksoverheid vervolgd kunnen worden. „Maar dat kunnen we pas zeggen als alles is onderzocht", aldus persofficier Maarten Vos.
Advocaat Eduard Damman stelde dat zijn cliënt onmiddellijk moet worden vrijgelaten. Hij voelt zich enorm gesteund door het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid onder leiding van Pieter van Vollenhoven. „Het kan niet zo zijn dat twee ministers zijn opgestapt en dat het rapport geen enkele consequentie heeft voor mijn cliënt".
Officier van justitie M. Veneberg verzette zich tegen opheffing van het voorarrest. Zij stelt dat J. inconsistent is geweest in zijn afgelegde verklaringen over wat er is gebeurd in zijn cel. Volgens de aanklaagster heeft J. half slapend een sigaret weggeschoten, heeft hij niet gecontroleerd of deze uit was, noch waar deze neerkwam. De verdachte bestrijdt dit. Hij zegt dat er geen opzet in het spel was. Het OM is verder bang voor vluchtgevaar. J. verblijft illegaal in Nederland.
De zaak gaat vermoedelijk over drie maanden weer verder. Het is de vraag of het dan tot een inhoudelijke behandeling komt.