„Er moet over deze gevoelige fase in de geschiedenis gesproken kunnen worden”, zo zei de premier vrijdag na afloop van het wekelijkse kabinetberaad. Het „doet pijn” als familieleden van mensen die bepaalde uitlatingen doen, te maken krijgen met bedreigingen. „Zo moeten we niet met elkaar omgaan.”De premier probeerde met deze woorden de onrust te dempen die onder de Turkse bevolking is ontstaan over het schrappen van kandidaat-Tweede Kamerleden door CDA en PvdA. De kandidaten waren niet bereid de volkerenmoord op de Armeniërs als genocide te erkennen. Turken zeiden dat ze als protest op 22 november niet gaan stemmen.

Balkenende zou het jammer vinden als Turken hun stem niet zouden uitbrengen. De democratie werkt volgens hem alleen als burgers zich betrokken voelen bij de samenleving.

Morgen komen landelijke Turkse organisaties en politici bijeen in Capelle aan den IJssel. Ze willen dan een gedragslijn opstellen „om te voorkomen dat de kwestie schade toebrengt.”