Uit de kerkelijke pers
IRS
Rooms-katholieken hebben hun heiligen. Protestanten niet. Hoe denken we dan over al die boeken met levensbeschrijvingen van overleden voorgangers? H. van Groningen schrijft erover in IRS, maandblad van stichting In de Rechte Straat. „Hoe te denken over levensbeschrijvingen van overleden kinderen van God? Vaak van voorgangers? We kennen allemaal de gevaren: de mens te veel centraal, de ervaringen in het middelpunt, het bijzondere wordt normgevend in plaats van het eenvoudige. Verwarring bij lezers die denken dat zij het ook precies zo moeten ervaren… Enzovoort, want er zijn vast nog wel meer nadelen te bedenken. Maar er zijn bij goed gebruik ook positieve kanten. Levensbeschrijvingen waarin op en neers eerlijk worden beschreven. Met de donkere kanten (net als bij Petrus, David, Noach en andere Bijbelheiligen). Maar waar in het bijzonder Gods trouw en genade in de Heere Jezus Christus uitblinken. Vooral dagboeknotities door ”heiligen” eerlijk bijgehouden, hebben dat karakter nogal eens. Neem bijvoorbeeld de dagboeknotities van Robert Murray McCheyne. Ze stimuleren om de Heere te zoeken en meer van Hem te kennen. Na lezing zeg je niet in de eerste plaats: „Wat een bijzondere man”, maar: „Wat een grote en rijke God.”
Laten we elkaar vooral opwekken om veel te lezen van die ene grote Heilige. Daarvoor moeten we de evangeliën en de Bijbel als geheel lezen en herlezen. In Zijn ”levensbeschrijving” is een schat die voorziet in al onze armoede. Een medicijn dat geneest van al onze kwalen van zonde, dodigheid, hoogmoed, lauwheid… In Hem is alles wat nodig is in leven en in sterven. Nee, niet álles van Hem is beschreven. Volgens Johannes zou de wereld dan de geschreven boeken niet kunnen bevatten (Johannes 21:25). Maar wat erin staat, is beschreven „…opdat gij gelooft, dat Jezus is de Christus, de Zoon van God, en opdat gij, gelovende, het leven hebt in Zijn Naam” (Joh. 20:31). Geloven in Zijn Naam… Dat is nou echt Heiligenverering. In de volste zin van het Woord!”
De Wachter Sions
Hyves? Is dat goed of is dat slecht? De commissie moderne media van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland buigt zich in De Wachter Sions op het nieuwe verschijnsel Hyves. Zelfs Balkenende doet het.
„Ik wil me in dit stukje concentreren op Hyves. Hyves (naar ”hive” dat Engels is voor bijenkorf) bestaat sinds oktober 2004 en is een gratis Nederlandse website die vooral gericht is op het onderhouden en uitbouwen van vriendennetwerken. Hyves is vooralsnog met name populair onder studenten en heeft meer dan 2 miljoen gebruikers, waarvan ongeveer de helft Nederlanders. Het is niet eens zo gemakkelijk om in woorden te omschrijven wat Hyves nu precies is. De bedoeling van dit soort websites is om op een eenvoudige manier contact te onderhouden met vrienden en kennissen, maar ook om nieuwe mensen te leren kennen. Via Hyves kun je een weblog bijhouden (een persoonlijke website waar je berichten en informatie over jezelf publiceert), foto’s en video’s delen met vrienden en met mensen met dezelfde interesses in contact komen. ”Hyven” is inmiddels een veelvuldig gebruikt werkwoord, met uiteenlopende betekenissen. Het kan betekenen iemand een bericht, dan wel krabbel sturen op Hyves („we hyven!”). Het kan ook betekenen het opzoeken van iemand op Hyves om meer over iemand te weten te komen, of het doorklikken van Hyver tot Hyver. Bekende politici zoals premier Balkenende hebben Hyves ontdekt als een nieuwe manier om met mensen te communiceren. Balkenende publiceert sinds enkele maanden ongeveer iedere week een bericht op Hyves, en rondom Balkenende heeft zich inmiddels een ”vriendennetwerk” van meer dan 20.000 leden gevormd.
Ook veel jongeren uit de reformatorische gezindte hebben Hyves ontdekt. Het is moeilijk om vast te stellen om hoeveel jongeren het gaat, maar even zoeken op Hyves leert dat er bijvoorbeeld vele honderden jongeren zijn die in hun profiel op Hyves aangeven dat ze het Van Lodensteincollege of het Hoornbeeck College bezoeken of bezocht hebben. Hetzelfde geldt voor andere reformatorische scholen voor voortgezet onderwijs. Hyves lijkt dus vrij populair te zijn onder onze jongeren. Het is overigens opvallend en tegelijk ook schokkend om vast te stellen dat veel reformatorische jongeren op Hyves nog nauwelijks als zodanig herkenbaar zijn, bijvoorbeeld wanneer het gaat om kleding of interesses. Kliksafe Plus blokkeert het gebruik van Hyves grotendeels. Kliksafe Pro laat gebruik van Hyves toe, maar blokkeert wel onderdelen met duidelijk onverantwoorde inhoud, zoals alle video’s, erotisch fotomateriaal (veelvuldig aanwezig op Hyves) en bepaalde categorieën. Waterdicht is deze filtering door Kliksafe niet, en dat kan ook nauwelijks, gelet op de enorme snelheid waarmee nieuw materiaal op Hyves gepubliceerd wordt.
Wat te vinden van Hyves? Ik denk dat we er kort over kunnen zijn. Hyves is beslist niet verantwoord! Er staat heel veel onverantwoorde troep op Hyves, en er is geen enkele drempel om ongewenste relaties aan te knopen met allerlei onbekenden. Hyves weerspiegelt in alles de geest van onze tijd: vluchtig, oppervlakkig, banaal, chaotisch, gericht op het uiterlijke en doordrenkt van erotiek. Wie zich op Hyves begeeft en toch nog durft te bidden ”leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van den boze” is een leugenaar, want hij of zij leidt zichzelf in verzoeking, en brengt zichzelf onder invloed van de boze.”
CV.Koers
Ds. R. van der Spoel is vorige maand begonnen als missionair predikant in de Amersfoortse nieuwbouwwijk Vathorst. In CV.Koers (christelijk opinieblad) beschrijft hij hoe dat voelt.
„Hier zit ik dan. In ons nog lege huis staat alleen een groot bureau met daarop een studiebijbel, een gemeentegids, een laptop en een mobiele telefoon. Ik ben nu een maand geleden hier in Amersfoort Vathorst begonnen en terwijl ik uitkijk over de bouwput die deze wijk voorlopig nog is, probeer ik m’n eerste ervaringen onder woorden te brengen. Wat overheerst is dankbaarheid. Dankbaar dat God me naar deze unieke plek geroepen heeft om hier missionair predikant te zijn. Drie jaar geleden hoorde ik voor het eerst over de Kruispuntgemeente, die hier toen net was ontstaan. Een gemeente die bestond uit een handjevol mensen uit de NGK, de CGK en de PKN. Mensen die bijeenkwamen in een boerenschuur en in het Informatiecentrum tussen de maquettes van de huizen. Een gereformeerde oecumene met een missionair verlangen - kan het mooier? Ik wil graag met hen meelopen achter Jezus aan, omdat ik weet dat zijn hart klopt voor deze mensen en voor deze wijk.
Tegelijkertijd is deze begintijd ook een periode van aftasten. Wat verwachten deze gemeenteleden van me, zij die zich in de afgelopen drie jaar zo goed hebben gered zonder predikant? Niets is hier vanzelfsprekend, dus ook niet je taak als voorganger. Je bezoekt hier als dominee niet als eerste de kerktelefoonluisteraars, maar de wijkmanager en de maatschappelijk werkster. Dat zoeken en tasten geldt ook mijn „missionair predikant” zijn. De gemiddelde Vathorster is een ”winner”, lees ik in de vele Vathorst-rapporten. Ze zijn jong, snel, slim, succesvol. De ideale pastor in deze Vinexwijk moet dat ook zijn, zo beschreef een rapport: „Hij heeft een zongebruinde kop, een mooie vrouw en praat graag over auto’s.” Ik voldoe volledig aan deze beschrijving, maar hoe meer ik door de wijk fiets, hoe minder houvast ik heb aan m’n zongebruinde kop. Want hoe bereik je ”winners” met een Evangelie voor bedelaars? Ik ga komende week een poging wagen. Ik heb binnen het welzijnswerk Vathorst een pastoraal inloopspreekuur georganiseerd onder de naam: ”Praat eens met de pastor”. Alles is geregeld, nu maar afwachten of er iemand komt. Uit pastorale ervaring weet ik dat er achter al die voordeuren van deze ”winners” heel wat gebeurt en ik bid God hun de moed te geven om naar dit spreekuur te komen. Want als winnaars bedelaars worden, kan ik ze nodigen tot het feest van hun Heiland en dat is de diepste reden waarom ik hier ben!”