Baanbrekende Geelhoed weg bij EU-Hof
LUXEMBURG (ANP) - Aan een heel bijzondere positie komt vrijdag voor Nederland in Europa een eind. Ad Geelhoed (63) was zes jaar advocaat-generaal bij het Europees Hof van Justitie, een functie die kleine landen eens per halve eeuw kunnen vervullen. De termijn zit erop. „Mijn kleinkinderen maken kans mijn opvolger te worden”, grapt Geelhoed in zijn werkkamer in Luxemburg.
Als een van de acht advocaten-generaal adviseerde hij de hoogste Europese rechters over rechtszaken. „De mooiste baan voor een jurist”, vindt hij, onder meer door de zichtbaarheid van zijn functie. „Ik was een geluksvogel dat deze boot langs kwam drijven en ik erop kon stappen.”Geelhoed leverde de rechters 240 conclusies, iets meer dan het gemiddelde voor zijn functie. Veel conclusies kregen in de pers aanduidingen als ”opmerkelijk” of ”baanbrekend”.
Zo stelde hij voor Frankrijk tegelijk met een dwangsom een boete op te leggen, om het aan te sporen de visvangsten beter te controleren. Hij vroeg het pensioen van een oud-Eurocommissaris te halveren wegens vriendjespolitiek. Hij adviseerde zelfs de rechters eens een Europese richtlijn over vitaminepillen helemaal ongeldig te verklaren omdat deze te slecht was.
„Tja, de kern van de zaak stond in het voorwoord in plaats van in de tekst. Dat kan natuurlijk niet”, vindt de topjurist. De rechters volgden de denkrichting, maar durfden de laatste stap naar ongeldigheid niet te zetten. „Eigenlijk wel verantwoord. Conclusie en arrest samen geven de praktijkbeoefenaren voor het opstellen van behoorlijke wetgeving nu een heel aardig kader.”
Radicaal
Zijn opmerkelijke inzichten ontstonden soms omdat Geelhoed over nieuwe Europese rechtsgebieden moest adviseren. Hij geeft toe dat hij ook wel eens verder keek dan de bestaande jurisprudentie. „Een verkenning geeft je vaak iets meer bewegingsvrijheid dan het hof heeft. Je moet een beetje aanvoelen hoe radicaal je kunt zijn. Als je een kwartpas vooruitloopt, zit je goed. Als je een halve pas vooruit loopt, zit je net buiten de grenzen.”
Als topambtenaar op de ministeries van Economische en Algemene Zaken had Geelhoed ook de reputatie buiten de gebaande paden te denken. Zo riep hij eens dat een kwart van de overheidsambtenaren weg kon. „Nederland had begin jaren negentig meer ambtenaren dan het EU-gemiddelde. Nu zou ik dat niet zeggen, we zitten er iets onder. Er zijn afslankingen mogelijk, maar gezien de wachttijden mogen rechterlijke macht en openbaar ministerie worden uitgebreid.”
Geelhoed verklaart zijn soms quasiprovocerende standpunten door zijn dubbele achtergrond, zowel economisch als juridisch. „Als je dan economisch naar een zaak kijkt, vinden juristen dat opvallend en andersom. En ik bekijk zaken graag eens op armlengte. Als je alleen maar met beleid bezig bent, kun je in een tunnel belanden. Je gaat geloven in je eigen werkelijkheid.”
Terugblikkend heeft Geelhoed het meeste plezier aan onderwerpen die intellectueel het uitdagendst waren. Zoals de zaken waarbij het vrije verkeer van personen botst met de nationale regels voor belastingen. „Een mooie uitdaging was ook de taak de dilemma’s in kaart te brengen van het vrije verkeer in Europa met de rechten van niet-Europeanen.”
Hij vond het een buitengewoon leuk avontuur om mee te werken aan de regels voor het Europese burgerschap. Daar was namelijk nog vrijwel geen jurisprudentie over.
Eenwording
Het Hof van Justitie hielp zo gaandeweg de Europese eenwording te verdiepen. Niet door het uitbreiden van de bevoegdheden van de euro Unie. „Maar wel doordat het hof de Europese verdragen interpreteerde als een rechtsorde, met rechten en plichten voor de lidstaten en de burgers.”
Geelhoed bestrijdt dat het hof zonder democratische controle een eigen koers vaart. „De rechter kan in zijn rechtspraak indirect worden gecorrigeerd door nadere opvattingen van wetgever en grondwetgever. De wetgever kan altijd een nieuwe wet aannemen. Al is dat voor een Europees verdrag soms wat moeilijker.”
Brussel is al weinig bekend bij de burger, het Europees Hof van Justitie is bij het grote publiek helemaal uit het zicht. Geelhoed tilt daar niet zwaar aan. „De juridische debatten lenen zich per definitief niet zo voor een praatje in een café. Onze stukken lezen niet altijd als een spannende detective.”