Rotterdam fout in afwijzen moslim
ROTTERDAM - De gemeente Rotterdam heeft ten onrechte een islamitische sollicitant afgewezen die uit religieuze overwegingen weigerde vrouwen een hand te geven. Ook zou de gemeente zich moeten verdiepen in mogelijke maatregelen ter voorkoming van agressie en intolerant gedrag tegenover ambtenaren die niet voldoen aan de algemene omgangsvormen.
Dat liet de Commissie Gelijke Behandeling (CGB) donderdag weten. Volgens de commissie heeft de gemeente „nagelaten een zorgvuldige afweging te maken tussen enerzijds haar plicht zorg te dragen voor een discriminatievrije werkomgeving en anderzijds het recht van een (potentiële) werknemer om invulling te geven aan zijn godsdienstige beleving.”De man, M. F. A. Enait, solliciteerde eerder dit jaar naar de functie van klantmanager bij de dienst sociale zaken en werkgelegenheid. Hij werd niet alleen afgewezen omdat zijn islamitische overtuiging hem in de weg stond een vrouw de hand te schudden. Ook zijn kledingstijl paste volgens de gemeente niet bij de functie.
De gemeente had volgens de commissie moeten nagaan of er ook andere respectvolle manieren zijn om elkaar te begroeten. Een werkgever mag het tonen van respect verlangen, maar daarmee staat nog niet vast welke vorm dat moet krijgen. „Wel dienen mannen en vrouwen op eenzelfde manier te worden begroet”, aldus de commissie.
Op zichzelf is het stellen van kledingeisen ook toegestaan, stelt de commissie. Maar dat mag niet worden ingevuld door religieuze kledij op voorhand te verbieden. „De door de gemeente aangevoerde vrees van problemen die deze kleedstijl bij contact met cliënten op zou leveren, werd niet nader onderbouwd.” De tegenklachten van de gemeente en het hoofd van de afdeling personeel en organisatie verklaarde de commissie niet-ontvankelijk.
Hikmat Mahawat Khan, nummer drie op de lijst van EénNL en tot voor kort voorzitter van de Contact Groep Islam, heeft moeite met de hele kwestie. „Het gaat om een handjevol moslims in Nederland die vrouwen geen hand willen geven. Ik vind het vreselijk vervelend dat deze man de samenleving nog verder polariseert met zijn halsstarrige houding.”
Tweede Kamerlid Wilders noemt het oordeel van de CGB „waanzinnig.” Hij vindt dat de uitspraak niet moet worden nageleefd, omdat mannen vrouwen in Nederland een hand moeten geven. „Zeker als het om ambtenaren gaat.” Wilders heeft naar aanleiding van de uitspraak schriftelijke vragen gesteld aan de ministers van Binnenlandse Zaken, Justitie en Vreemdelingenzaken. Die moeten volgens hem aangeven wat de uitspraak zegt over de kwaliteit en het bestaansrecht van de CGB.
Enait is blij met de „rugdekking” die hij van de commissie heeft gekregen. „Ik wacht nu op een reactie van de gemeente en op een gesprek met de wethouder van Participatie en Cultuur over mijn mogelijkheden binnen het gemeentelijk apparaat. Ik wil graag aan de slag. Ook ga ik met mijn advocaat bekijken in hoeverre ik de gemeente aansprakelijk kan stellen voor gederfde inkomsten.”
Van de reactie van Khan ligt Enait niet wakker. „Ik zie hem niet als mijn vertegenwoordiger. Zijn uitspraken neem ik dan ook niet serieus.” Ook over de houding van Wilders haalt de Rotterdammer zijn schouders op. „Hij wil terug naar de middeleeuwen, maar in Nederland zijn we de ”point of no return” voor wat de vorming van een multiculturele samenleving betreft allang gepasseerd.”
De uitspraak heeft mogelijk ook gevolgen voor de zaak van een naar huis gestuurde docente van het Vader Rijn College in Utrecht, omdat zij sinds de zomervakantie mannen geen hand wil geven. De commissie heeft zowel de docent als de school gevraagd waarin hun meningsverschil zou verschillen van de Rotterdamse kwestie. Als de twee partijen dat niet kunnen aangeven, zal het donderdag gepresenteerde oordeel ook voor de Utrechtse zaak richtinggevend zijn.