Dat zei ze donderdag in een debat met de Tweede Kamer over wachtlijsten in de thuiszorg.Ross reageerde daarmee op een brief van Wiegel, voorzitter van Zorgverzekeraars Nederland (ZN), die klaagt over een zorgaanbieder die vijfhonderd cliënten „in de wachtstand” heeft gezet. Deze zouden eigenlijk moeten worden doorverwezen naar een instelling die nog wel ruimte heeft. Ross betitelde deze praktijken als „pokerspel over de rug van de cliënten heen. Ik heb daar geen goed woord voor over”.

De staatssecretaris moest weer in de Kamer verschijnen, omdat er nog steeds instellingen voor thuiszorg zijn die zeggen dat ze klanten moeten weigeren omdat het geld op is. Deze zomer trok Ross nog 95 miljoen extra uit om de knelpunten op te lossen. Hoewel ze zei ook signalen over problemen in Limburg en Noord-Brabant te hebben opgevangen, stelde ze ook zich niet te kunnen voorstellen dat de 95 miljoen onvoldoende is.

Verschillende fracties drongen erop aan dat Ross voor 1 december duidelijkheid zou moeten verschaffen. De staatssecretaris wilde niet beloven dat cliëntenstops in de thuiszorg dan tot het verleden zouden behoren, maar stelde wel dat iedereen die recht heeft op zorg, dat op die datum moet hebben. „Is het niet bij de een, dan wel bij de ander”.

In een meldpunt voor klachten over de thuiszorg, zoals de Kamer wilde, zag Ross niets. Donderdag maakte ze bekend al een meldpunt te openen waar cliënten te horen kunnen krijgen welke zorgaanbieder in hun regio ruimte voor hen heeft. Tijdens de tekorten van afgelopen zomer bleek dat mensen bij de ene aanbieder op een wachtlijst stonden, terwijl er bij een andere zorgaanbieder in de buurt nog plaats voor hen was.