Adellijke verzamelaars in de Amsterdamse Hermitage
AMSTERDAM (ANP) – De een hield van Franse schilderkunst, de ander van goedkopere kunst uit België en Nederland. Een ding hadden ze gemeen; ze waren rijk, van adel en verzamelden kunst in de 18e en 19e eeuw. In de Amsterdamse Hermitage is vanaf zaterdag de nieuwe tentoonstelling te bezichtingen van vier belangrijke verzamelaars uit Sint–Petersburg.
Het was Catherina de Grote die adellijke families in de Russische stad aanspoorde en inspireerde kunst te gaan verzamelen. Zij zelf was een fanatiek verzamelaar. Haar collectie vormt het hart van het immense museum de Hermitage in Sint–Petersburg met meer dan 2 miljoen kunstvoorwerpen.
De tentoonstelling in Amsterdam toont de schilderijencollecties van Nikolaj Borisovitsj Joesopov, Dimitri Tatisjtsjev, Prins Aleksandr Michajlovitsj Gortsjakoff en graaf Nikolaj Aleksandrovitsj Koesjelev–Bezborodko.Nikolaj Borisovitsj Joesopov, wiens familie betrokken was bij de moord op Raspoetin, verzamelde veel Franse kunst uit de 18e eeuw. In Amsterdam zijn werken van Claude Joseph Vernet, Jean–Baptiste Greuze, Hubert Robert en François Boucher. Dimitri Tatisjtsjev stierf in 1845 blind en berooid. Zijn verzamelwoede bracht hem vaak op de rand van de financiële afgrond. Door hem verzamelde Spaanse en Italiaanse schilderijen van Luis de Morales, Juan de Castillo en Murillo zijn in de Hermitage in Amsterdam te bewonderen.
Prins Aleksandr Michajlovitsj Gortsjakoff was een liefhebber van de toenmalige hedendaagse kunst uit België en Nederland. Een deel van zijn collectie met relatief onbekende Belgische schilders als Joseph Stevens en Florent Willems is in Amsterdam te zien. De bekendste doeken die in het museum hangen, zijn van de Franse schilders Eugène Delacroix, Gustave Boulanger, William Bouguereau en Henri Rousseau. Doeken van hen werden door graaf Nikolaj Aleksandrovitsj Koesjelev–Bezborodko verzameld.
De tentoonstelling ’Verzamelaars in Sint–Petersburg’ is tot en met 11 maart 2007 in de Hermitage Amsterdam te bezichtigen.