„Kamer en kabinet te verweven”
DEN HAAG - Het parlement en de regering zitten te veel bij elkaar op schoot. Dat staat in het advies van de Nationale Conventie dat woensdag aan minister Nicolaï van Bestuurlijke Vernieuwing is aangeboden.
De positie van de Tweede Kamer moet volgens de Nationale Conventie snel worden versterkt. Dat is nodig om burgers en niet-geïnteresseerde jongeren bij de politiek te betrekken.De Nationale Conventie is begin dit jaar ingesteld door Nicolaïs voorganger Pechtold, met als doel de kloof tussen burger en politiek aan te pakken. De veertien onafhankelijke leden komen uit de politiek, de wetenschap, de journalistiek en het bedrijfsleven. Voorzitter van de conventie is CDA’er Hoekstra. Hij was adviseur van drie premiers en informateur en is nu lid van de Raad van State.
In het eindrapport is een reeks van aanbevelingen opgenomen om de volksvertegenwoordiging te versterken. Zo pleit de conventie voor een andere inrichting van het formatieproces tijdens de onderhandelingen voor een nieuw kabinet.
De Tweede Kamer moet een informateur en een formateur aanwijzen. Nu is het zo dat iedere fractievoorzitter advies uitbrengt aan de koningin, die op haar beurt de informateur aanwijst.
Ook vindt de conventie dat de beoogde regeringsfracties bij de opstelling van het regeerakkoord meer afstand moeten betrachten. Het regeerprogramma moet geschreven worden door de beoogde premier -de formateur- en ministers. Fractievoorzitters zouden slechts enkele richtlijnen voor het kabinet moeten opstellen.
Volgens voorzitter Hoekstra komt het parlement op die manier losser van de regering te staan. „Een strakke binding aan het regeerakkoord is belemmerend voor het onafhankelijk opereren van de Kamer en het kabinet.” En een te grote verwevenheid tussen Kamer en kabinet is niet goed voor de betrokkenheid van burgers bij het parlement, zo is de redenering van Hoekstra.
Als het aan de Nationale Conventie ligt worden de plannen al direct na de verkiezingen van 22 november doorgevoerd. Dat is mogelijk, zegt Hoekstra: „Het is een kwestie van politieke wil, er hoeft geen wet voor te worden veranderd.”
Uiteindelijk gaat het de Nationale Conventie om de versterking van de representatieve democratie. Democratie is een kostbaar bezit, beseft Hoekstra.
De groep niet-geïnteresseerde jongeren is nu zo’n 30 procent; vooral jongeren voelen zich niet betrokken bij de politiek. Juist die groep wil de conventie met bestuurlijke vernieuwingen weer bij de publieke samenleving halen.
Een speerpunt in het eindrapport is het correctieve referendum. Op die manier krijgen burgers de mogelijkheid om een volksraadpleging over wetten aan te vragen nadat het parlement met een wet heeft ingestemd. De uitslag van het referendum is bindend.
De Nationale Conventie lanceert ook het voorstel om alle jongeren tijdens hun schoolopleiding, zo rond hun zeventiende, een stage te laten lopen die het publieke belang dient. Verder moet vrijwillige en onbetaalde inzet voor de publieke zaak in aanmerking komen voor belastingaftrek, aldus de conventie.