Binnenklimaat van invloed op leerprestaties
In de onlangs gepubliceerde begroting van het ministerie van OCW worden miljoenen beschikbaar gesteld voor verbetering van het onderwijs en vermindering van het aantal uitvallers. Helaas ontbreekt binnen het ministerie, de politiek, gemeenten en schoolbesturen vaak het besef dat een gezond binnenklimaat een randvoorwaarde is voor een goed onderwijsklimaat. Een gemiste kans, stelt ir. G. H. ten Bolscher.
Wie herkent niet het beeld van een bedompt en ietwat muf ruikend klaslokaal tijdens een wat koudere dag in de herfst- en winterperiode? Is het vreemd dat de leerkracht zijn of haar best moet doen om de aandacht van de leerlingen vast te houden en op een gegeven moment constateert dat er langzaam hoofdpijn ontstaat?Onderzoeken laten zien dat in ruim driekwart van de scholen het binnenmilieu slecht is, doordat de voorzieningen onvoldoende zijn dan wel ontbreken of onjuist gebruikt worden. In een slecht geventileerd klaslokaal is de luchtkwaliteit binnen een uur na aanvang van de les al ondermaats. Zet daar tegenover dat al diverse malen is aangetoond dat onvoldoende ventileren leidt tot duidelijk slechtere leerprestaties! Het project ”Frisse scholen” van SenterNovem en VROM verdient daarom extra aandacht en geld van het ministerie van OCW, gemeenten en schoolbesturen.
Een indicatie voor de luchtkwaliteit is de CO2-concentratie. In een ”gezonde” situatie wordt voldoende verse lucht toegevoerd om de CO2-concentratie op een acceptabel niveau te houden. Komt er geen of onvoldoende verse lucht de ruimte binnen, dan zal de CO2-concentratie langzaam oplopen. Uit eigen onderzoek in scholen blijkt deze waarde op te kunnen lopen tot boven de 4000 ppm (parts per million), terwijl 1200 ppm als maximaal acceptabele waarde wordt gehanteerd.
De gevolgen van een slechte luchtkwaliteit zijn ingrijpend: prikkelbaarheid, oogirritaties, luchtwegirritaties, vermoeidheid, (hardnekkige) hoofdpijn en concentratieproblemen. Daarnaast bestaat er een duidelijk verband tussen de luchtkwaliteit en de verspreiding van infectieziekten. Een adequate luchtverversing beperkt het aantal ziekteverwekkers in de lucht, waardoor het aantal infectieziekten bij leerkrachten en leerlingen vermindert. Alleen al vanuit de overweging dat 10 tot 20 procent van de kinderen last heeft van allergische of astmatische klachten, zou een goede luchtkwaliteit een vanzelfsprekendheid moeten zijn.
Aandacht voor een goed en gezond binnenklimaat in scholen wordt veelal gezien als luxe. Bij de nieuwbouw van gemeentekantoren wordt bijvoorbeeld per vierkante meter 100 euro meer beschikbaar gesteld voor de gebouwinstallaties dan bij nieuwbouw van scholen, terwijl het binnenklimaat in scholen veel kritischer is dan in kantoren!
Een lager ziekteverzuim onder leerkrachten moet directeuren als muziek in de oren klinken en… het levert een financieringsbron op. Vanuit de kantooromgeving is bekend dat een gezond binnenmilieu het ziekteverzuim met circa 2 procentpunt terugdringt (een ziekteverzuim van 8 procent daalt dan tot 6 procent). Betere leerprestaties en een lager ziekteverzuim onder de leerlingen zijn (nog) niet in geld uit te drukken. Hetzelfde geldt voor de betere sfeer in de school, wat een bijdrage kan leveren aan het aantrekkelijk houden van het beroep van docent. Een goed binnenklimaat gaat daarnaast vaak samen met een lagere energierekening.
Minder ziekteverzuim betekent dat minder vaak lessen zullen uitvallen, waardoor leerlingen minder vaak in de verleiding komen vervolglessen ook maar te verzuimen en rond te hangen in winkelcentra enzovoort. Een lager ziekteverzuim bij leerlingen biedt de school de ruimte meer aandacht te schenken aan toezicht op het verzuim en spijbelpreventie. Dit sluit naadloos aan bij de doelstellingen van het ministerie om de uitval te verminderen.
Besparing
Bij nieuwbouw of verbouwing dient het onderwerp luchtkwaliteit vanaf het begin hoog op de agenda te staan. Dat is een collectieve verantwoordelijkheid van overheid, schoolbesturen en partijen die betrokken zijn bij ontwerp en realisatie. De ervaring leert dat een goede samenwerking resulteert in een besparing op de bouwkosten, waardoor ruimte ontstaat voor de realisering van een goed binnenklimaat. Daarnaast dienen het ministerie en de gemeenten (zoals regelgevers en bouwers van scholen) het belang van een goed binnenklimaat te onderkennen en te vertalen in eisen en budgetten.
Staat een school er eenmaal, dan is om financiële redenen vaak moeilijk het ventilatiesysteem aan te passen. Technisch zijn er voldoende mogelijkheden om continu een goed binnenklimaat te realiseren. De financiering is vaak een struikelpunt, al biedt het gegeven dat bij een goede luchtkwaliteit het ziekteverzuim afneemt, de uitval vermindert en de leerprestaties verbeteren een aanknopingspunt voor financiering.
Het kan zijn dat technische aanpassingen financieel niet mogelijk zijn. Een goede toelichting op het gebruik van de bestaande ventilatiemogelijkheden en het treffen van eenvoudige maatregelen kan dan al een forse verbetering van het werk- en leerklimaat betekenen, zo leert de ervaring. Aandachtspunt is wel dat op deze manier niet het jaar rond een gezonde luchtkwaliteit gerealiseerd wordt.
Een investering in een gezond binnenklimaat is een investering die generaties lang de leerprestaties ten goede komt, het ziekteverzuim vermindert en een positieve bijdrage levert aan de sfeer op school. Voldoende argumenten dus om actie te ondernemen!
De auteur is werkzaam bij DWA installatie- en energieadvies in Rijssen.