Dat was woensdag de uitkomst van een debat tussen minister Verdonk van Vreemdelingenzaken en de Tweede Kamer.Tot 1985 konden alleen vaders het Nederlanderschap aan hun kinderen overdragen. Kinderen uit een gemengd huwelijk waarin de moeder Nederlandse was, konden geen Nederlander worden. Tussen 1985 en 1988 was er een overgangsregeling op grond waarvan kinderen van een Nederlandse moeder alsnog de Nederlandse nationaliteit konden krijgen.

Een ruime Kamermeerderheid vindt dat destijds aan die overgangsregeling te weinig bekendheid is gegeven, waardoor velen er toen geen gebruik van hebben gemaakt. Verdonk wil de toenmalige tijdelijke regeling omzetten in een permanente, maar deze beperken tot kinderen die op 1 januari 1985 nog geen 21 jaar waren.

In elk geval PvdA, CDA, VVD, D66 en de ChristenUnie pleiten voor een ruimere regeling, die met terugwerkende kracht over een langere periode voorziet in een gelijkstelling tussen vaders en moeders bij het doorgeven van nationaliteit.

Advocate S. Goudsmit van Everaert Advocaten, die ongeveer 300 inmiddels volwassen kinderen van een Nederlandse moeder bijstaat, is blij dat haar cliënten alsnog in aanmerking kunnen komen voor het Nederlanderschap. „Het grootste deel van de groep zal erbij gebaat zijn”, zei ze.

Vanuit de Kamer was er woensdag veel kritiek op de wens van Verdonk dat zo veel mogelijk buitenlanders die nu Nederlander zijn hun oude nationaliteit moeten opgeven. De minister meent dat een dubbele nationaliteit de integratie van allochtonen in de weg staat. PvdA, ChristenUnie, GroenLinks en D66 zijn daarvan niet overtuigd. „Vroeger dacht men dat katholieken geen goede Nederlanders zouden kunnen zijn, omdat ze vooral geneigd zouden zijn Rome te volgen”, stelde D66-Kamerlid Koser Kaya. Zij vindt een dubbele nationaliteit geen probleem.