Kernafval Borssele mag naar Frankrijk
DEN HAAG - De Raad van State heeft donderdag de exportvergunning voor gebruikte splijtstofstaven uit de kerncentrale in Borssele definitief goedgekeurd.
Daarmee heeft het hoogste bestuursrechtscollege de principiële bezwaren van milieuorganisatie Greenpeace tegen de transporten naar Frankrijk van tafel geveegd.Met de vergunning kunnen de spoorbedrijven Transnubel, Railion en energiebedrijf EPZ de komende jaren een tiental goederentreintransporten verzorgen naar de Franse nucleaire opwerkfabriek in La Hague. Drie ministeries (Sociale Zaken, Economische Zaken en VROM) hebben de transportvergunning verleend.
Greenpeace hoopte met een rechtszaak een einde te kunnen maken aan de transporten van de gebruikte radioactieve brandstofstaven naar de fabriek van het Franse opwerkingsbedrijf Areva op het Franse schiereiland Cotentin.
Volgens de milieuorganisatie kleven er grote risico’s aan het vervoeren van de brandstofstaven over het spoor. Bovendien ontstaat na het opwerken van de uraniumstaven plutonium dat nog gevaarlijker is. Greenpeace wil dat Nederland stopt met de uitvoer van de staven en zelf zorgt voor de veilige opslag van de gebruikte staven.
De Raad van State vindt onder meer de volksgezondheidsrisico’s niet opwegen tegen de sociale en economische en andere voordelen van de transporten naar de Franse opwerkfabriek.
Verder is de raad van oordeel dat Nederland op grond van het internationale Ospar-verdrag niet verplicht is de uitgeputte radioactieve brandstofstaven op eigen grond op te slaan. Dat geldt alleen voor landen die een opwerkingsfabriek hebben, zoals Frankrijk.