De uitlatingen van Altuntas zijn opmerkelijk. In mei nog kwam de Turkse organisatie Milli Görüs, die met zo’n veertig aangesloten Turkse moskeeën een van de grootste moskeeverenigingen in Nederland vormt, negatief in het nieuws vanwege een vermeende radicalere koers. De Europese leiding van de internationale organisatie Milli Görüs, gezeteld in Keulen, verving het voltallige bestuur van de Noord-Nederlandse afdeling. Die is in Nederland het meest invloedrijk. Onder de vorige directeur, Haci Karacaer, zou Milli Görüs te liberaal zijn geworden.Van een meer conservatieve koers is echter vooralsnog weinig merkbaar. Altuntas pleit nu voor meer contact tussen de monotheïstische godsdiensten, waartoe behalve het christendom en de islam ook het jodendom wordt gerekend. „We moeten absoluut vaker samen optrekken”, vindt Altuntas. „We wonen nu eenmaal naast en met elkaar. Er zijn tal van onderwerpen en momenten dat we elkaar zouden kunnen opzoeken. Ik had bijvoorbeeld graag gezien dat er ook moslims bij de ArenA hadden gestaan toen christenen daar protesteerden tegen het optreden van Madonna.”

Moslims die protesteren tegen een kruisigingsscène? Moslims geloven toch niet in de kruisdood van Jezus Christus?
„Daar zijn veel visies over. Wij geloven inderdaad niet dat Jezus aan het kruis is gestorven, maar wel dat hij naar de hemel is gehaald. Hij is voor ons een profeet, en wij hebben er grote moeite mee dat een profeet op zo’n manier wordt nagebootst. Daar moet je niet aankomen. Naast de protesterende christenen hadden bij de ArenA ook moslims kunnen staan uit solidariteit.”

U zegt dat moslims van christenen kunnen leren. Wat dan precies?
„Ik vond het bewonderenswaardig hoe onder anderen de SGP-jongeren die hele affaire met Madonna op een heel slimme, rustige manier hebben aangepakt. Dat kon ik benijden. Die SGP’ers waren heel rustig, heel vroom, en that’s it. Wij missen dat. We hebben de cartoonaffaire gehad, en recent de rellen rond de uitspraken van de paus. Daaruit blijkt wel dat alles in de moslimgemeenschap uit z’n verband wordt gerukt en wordt teruggekaatst naar de maatschappij. Christenen hebben een stuk zelfreflectie dat ik mis bij moslims.”

Hoe komt het dat moslims die vaardigheid missen?
„Moslims moeten heel veel taboes en dogma’s nog bespreekbaar maken. In een westerse maatschappij reageer je bovendien niet impulsief en reactionair, maar rationeel. Christenen staan bovendien in een heel andere traditie. Ze zijn bekend met godslasterlijke uitlatingen, veel meer dan wij. In het land van herkomst van de meeste moslims gebeurt dit soort dingen niet.”

De directeur van Milli Görüs zou graag zien dat christenen en moslims in Nederland elkaar vaker de hand reikten. Hij vermoedt dat daarvoor in orthodox-islamitische kring nog wel de nodige barrières moeten worden geslecht. „Dan denk ik vooral aan moslims in Nederland van de eerste en de tweede generatie. Die leven vaak toch in een bastion, waarin het leven bestaat uit thuis, moskee, koffiehuis en dan weer thuis.”

Maar ook in orthodox-christelijke kring staat niet iedereen te juichen over samenwerking, omdat de islam als valse religie wordt aangemerkt. De verschillen blijven onoverbrugbaar.
„Je moet die samenwerking niet inhoudelijk zien. Daar zijn we nog niet aan toe. We moeten niet gaan twisten over welke profeet de juiste is. Ik heb ook niet de intentie om me door een christen te laten bekeren, of andersom. Ik blijf zelf een goede moslim in het gesprek. Maar we hebben elkaar wel nodig. Wat mij betreft blijft het niet bij een momentopname, maar komt het tot duurzame samenwerking.”