Binnenland

Delfzijl is blij met komst chloorfabriek

Het lijkt tegenstrijdig: terwijl gemeenten als Zwolle, Amersfoort en Gouda blij zijn dat ze de chloortreinen vanaf 2006 kwijt zijn, is Delfzijl juist blij met de komst van een nieuwe chloorfabriek naar het noorden. Voor de Noord-Groningse gemeente betekent het behoud van de toch al schaarse werkgelegenheid. En meer risico’s levert het niet op, meent wethouder H. Houwerzijl. „De veiligheidsmaatregelen zijn buitengewoon streng. Daar ligt ook niemand van wakker.”

29 July 2002 08:03Gewijzigd op 13 November 2020 23:43
HOUWERZIJL
HOUWERZIJL

Een onafzienbare rij schoorstenen, silo’s en gebouwen vol leidingen vullen de skyline van het Delfzijlse havengebied. Direct aan het begin staan wegwijzers van chemiegigant Akzo, die verwijzen naar de diverse ingangen van de fabriek. De hemelsblauwe huiskleur van het bedrijf sluit naadloos aan bij de lucht erachter. En de stevige wind zorgt dat er van stank, zo die er al mocht zijn, weinig te merken is.

Delfzijl en chemie zijn één. Zeker de helft van het grondgebied van Delfzijl wordt in beslag genomen door fabrieken van Akzo of aanverwante bedrijven. Een traditie die stamt uit 1956, aldus wethouder Houwerzijl. Hij is verantwoordelijk voor Economische Zaken en Financiën. Bovendien weet hij als geboren en getogen Delfzijler alles van de geschiedenis van zijn woonplaats. „In 1956 werd hier in de buurt een grote zoutlaag in de bodem ontdekt. Destijds was er niet zozeer behoefte aan zout, maar wel aan soda. Dat wordt gemaakt van zout. Je kunt het onder meer gebruiken als grondstof voor glas. In de jaren van de wederopbouw was daaraan veel behoefte. De toen 28-jarige minister Jelle Zijlstra gaf destijds opdracht voor de bouw van een fabriek in Delfzijl. Daaruit is later de huidige Akzo-vestiging ontstaan.”

Met de komst van de chloorfabriek begon de groei van Delfzijl. In enkele decennia verdubbelde het aantal inwoners. Zo’n tien jaar geleden begon echter de teruggang. Meer en meer werknemers van de Delfzijlse bedrijven gingen buiten de stad wonen, doordat het aanbod van nieuwbouwhuizen te wensen overliet. Als klap op de vuurpijl kwam het overheidsbesluit om chemiebedrijf DSM niet naar Delfzijl te laten verhuizen. Toen staalbedrijf Corus vervolgens aankondigde de aluminiumfabriek ter plaatse te sluiten, leek het pleit definitief beslecht.

Volgens wethouder Houwerzijl was dat het moment waarop de overheid in het geweer kwam. „Het verdwijnen van de aluminiumindustrie zou werkelijk een ramp geweest zijn voor de werkgelegenheid. Destijds was de werkloosheid al hoog. Ook nu ligt het percentage werklozen nog rond de 12 procent.” De provinciale en de plaatselijke overheid sloegen de handen ineen, samen met enkele andere instanties. Dat resulteerde erin dat de aluminiumindustrie bloeide als nooit tevoren. Binnen het noodlijdende Corus is het een van de weinige winstgevende takken.”

De succesvolle lobby wordt gecompleteerd door het meest recente succes: het behoud van een chloorfabriek, doordat de huidige productie van Akzo in Hengelo verhuist naar Delfzijl. In beide plaatsen staan op dit moment verouderde fabrieken. Door subsidie van het Rijk kunnen die vervangen worden door één nieuwe fabriek in Delfzijl en uitbreiding van de huidige Akzo-vestiging in het Rotterdamse havengebied. Dat maakt tegelijk een einde aan de chloortransporten per trein door dichtbevolkte gebieden.

Voor Delfzijl was de maatregel een geschenk. „Toen het bekend werd, was het het gesprek van de dag. Het vertrouwen in de toekomst was hier in Delfzijl ronduit laag. Mensen zagen geen resultaat op al hun werk, integendeel. De industrie automatiseert, waardoor jonge arbeidskrachten niet langer nodig zijn. Nu er een nieuwe chloorfabriek komt, geeft dat hoop. De werkgelegenheid groeit weliswaar niet spectaculair, want het personeel van de oude fabriek gaat ook in de nieuwe aan de slag. Maar we hopen wel dat zich allerlei kleinere bedrijven rondom de chloorfabriek vestigen. Dat zien we nu bij de aluminiumindustrie ook.”

Houwerzijl is zich ervan bewust dat de aanwezigheid van industrie ook gevaren met zich meebrengt. „De kans dat er iets fout gaat is minimaal. Er zijn strenge veiligheidsvoorschriften, bovendien staat de wind vaak richting zee. Desondanks blijven er risico’s verbonden aan een chloorfabriek.” Verwijzend naar de vuurwerkramp in Enschede: „Je moet de risico’s van industrie in hun proporties zien. Het is niet te vergelijken met de opslag van vuurwerk in zeecontainers, midden in een woonwijk.”

Delfzijl is dus weliswaar blij met de komst van industrie, maar het is niet zo dat alles welkom is. „We hebben grond genoeg. Bovendien zitten we dicht bij allerlei delfstoffen. Maar het verleden heeft geleerd dat bulkproductie op termijn niet levensvatbaar is in Nederland. Wij willen graag meer hightech aantrekken, waarmee we ons onderscheiden van bijvoorbeeld snelgroeiende industrieën in Oost-Duitsland. Alleen dan kan Delfzijl in de toekomst de werkloosheid de baas blijven.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer