Kerk & religie

Spiegel

29 July 2002 07:45Gewijzigd op 13 November 2020 23:43

De Heere ontdekt, als in een spiegel, aan de uitverkoren zondaar Zijn genade in Christus Jezus. Hij doet dat echter alleen aan ellendige, doodschuldige en doemwaardige zondaren. Een mens die de grootheid van zijn zonden ziet, zou zonder deze ontdekking door die gewillige Middelaar en de grootheid van Gods genade om zich over arme zondaren te ontfermen, in wanhoop vallen.Hij denkt dat zijn zonden te groot en te veel zijn om vergeven te worden. Hij komt dan tot God in Christus smeken om enkel genade. Hij komt als een ellendige en arme, die niets heeft waardoor God zou kunnen bewogen worden om hem genade te bewijzen. Hij zal zich echter, op de vrije ontferming van God, in Christus’ armen werpen en uitroepen met de tollenaar: O God, wees mij zondaar genadig. Want wanneer een mens als met een koord om de hals voor God verschijnt en om genade smeekt, hongerend en dorstend naar Zijn gerechtigheid, kan de Heere niet rusten voordat hij Hem met vertrouwen aanneemt.

De arme zondaar zal dan alles toeschrijven aan de genade van God in Christus en Hem steeds nodig hebben en ootmoedig met zijn God wandelen. Het is zijn dagelijkse bede of de Heere hem wil bewaren voor zelfverheffing. Om met Paulus te zeggen: „Doch door de genade Gods ben ik dat ik ben…” (1 Korinthe 15:10).

Jesajas Hillenius, predikant in Drachten (Keurstoffen, 1756)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer