De instellingen bezochten de dorpen Elspeet, Emst, Garderen, Hoenderloo, Laag Soeren, Loenen, Otterlo, Schaarsbergen, Speuld, Vierhouten en Wolfheze.Aan de hand van gesprekken met dorpelingen is gevraagd hoe die hun omgeving beleven.

Lex Hoefsloot van de VKK: „Veel mensen klagen over het feit dat ze niet meer het bos in kunnen. Natuurorganisaties kopen steeds meer land op rond de dorpen en sluiten vervolgens de kleine weggetjes af. Het huidige natuurbeheer, waarbij dode bomen niet meer als voorheen worden opgeruimd, zorgt voor ontoegankelijke wegen door de bossen en meer brandgevaar.”

Het opgesloten gevoel wordt volgens Hoefsloot nog eens versterkt doordat natuurorganisaties rasters verplaatsen van het bos naar de rand van het dorp. „Zo kunnen de wilde zwijnen niet het bos uitkomen, maar de mensen kunnen er niet meer in.”

De bewoners maken zich verder zorgen over de leefbaarheid in de dorpen. Hoefsloot: „De jongeren trekken uit de dorpen weg omdat er geen betaalbare woningen bij komen. De vergrijzing in deze dorpen heeft haar weerslag op het verenigingsleven. Zo hebben voetbalverenigingen moeite om in leven te blijven.”

De dorpsbewoners zijn vrijwel unaniem van mening dat het boerenbedrijf een plek op de Veluwe verdient. Ze zien dat de koeien in de wei steeds meer vervangen worden door paarden van mensen die vanuit het westen op de Veluwe komen wonen en paardenbakken aanleggen.

Het onderzoek wordt zaterdag toegelicht tijdens de eerste Veluwemanifestatie in Putten, waar onder meer over de toekomst van het natuurgebied wordt gedebatteerd.