Miljoenen extra voor toegankelijk station
UTRECHT (ANP) - Verkeersminister Peijs heeft 45 miljoen euro extra vrijgemaakt om de stations beter toegankelijk te maken voor gehandicapten. Dat maakte de bewindsvrouw vrijdag bekend tijdens het symposium ”Uitgesproken toegankelijk” in Utrecht.
De minister heeft een eerder opgesteld plan op een aantal punten aangepast. Oorspronkelijk wilde Peijs dat mensen met een functiebeperking binnen een straal van 30 kilometer moesten terechtkunnen bij een station dat voor hen geschikt is gemaakt. De straal is in de nieuwe plannen teruggebracht naar 15 kilometer. Daarmee voldoet Nederland ruimschoots aan de Europese normen, die een straal van 30 tot 50 kilometer voorschrijven.In de periode tot 2030 maakt de overheid in totaal 450 miljoen euro over naar de Nederlandse Spoorwegen en spoorbeheerder ProRail. Met dat geld financieren deze bedrijven onder meer het plaatsen van liften en servicezuilen, het verlagen van perrons, de aanleg van blindengeleidelijnenen toegankelijke toiletten en het verbeteren van de verlichting op stations.
Geleidelijk gaan ProRail en NS de perronhoogte verlagen naar een standaard van 76 centimeter. Daardoor kunnen rolstoelers hun trein gemakkelijk zelfstandig bereiken. Bij de inkoop van nieuwe treinstellen let NS op de toegankelijkheid voor mensen met een rolstoel. Zo zijn de nieuwe Sprinters voorzien van een lage instap.
Het project is er een van de lange adem. Het duurt volgens schattingen van het ministerie nog een kwart eeuw voordat 270 van de in totaal 363 stations zijn voorzien van verlaagde perrons. De overige stations worden later aangepast tijdens regulier onderhoud.
Andere verbeteringen zijn veel sneller door te voeren. Het gaat dan om maatregelen voor blinden en slechtzienden, zoals de eerder genoemde blindengeleidelijnen en de informatiezuilen. Ook gaan de NS en ProRail snel werk maken van obstakelvrije routes in stationsgebieden.
Peijs zei vrijdag dat ze zelf onlangs aan den lijve heeft ondervonden hoe moeilijk het kan zijn om als blinde je weg te vinden op een station in Nederland. „Ik heb zelf met een blinddoek rondgelopen op zoek naar een trein. Dan snap je het probleem pas echt. Vooral die lukraak geparkeerde fietsen vormen afgrijselijke obstakels. Daar moeten en kunnen we snel iets aan doen.”
De minister en de Nederlandse Spoorwegen maakten vrijdag verder korte metten met een door GroenLinks opgestelde analyse van de nieuwe dienstregeling van NS. Volgens Peijs en de NS negeert GroenLinks in zijn berekening belangrijke factoren.
Het gaat dan om de reizigersaantallen op de verschillende trajecten, de frequentie waarin de treinen rijden, de zitplaatscapaciteit en de mogelijkheden voor groei van de aantallen reizigers en treindiensten. „Deze analyse schiet volstrekt tekort”, oordeelt een woordvoerder van NS. „Wij blijven erbij dat het totaalbeeld positief is.”
GroenLinks heeft een radicaal andere mening. De partij stelt dat meer dan de helft van de reizigers op de 8000 meest gebruikte treinverbindingen erop achteruitgaat met de nieuwe dienstregeling. De fractie meent dat Peijs de Tweede Kamer eind augustus onjuist heeft geïnformeerd en wil dat de bewindsvrouw in het parlement verantwoording komt afleggen.
De NS blijft erbij dat de gemiddelde reistijd en het aantal reizen waarbij moet worden overgestapt niet toenemen in de nieuwe dienstregeling. In de berekening van GroenLinks is alleen gekeken naar de kale reistijden, benadrukken het ministerie en de NS.
Het ministerie beoordeelt de dienstregeling volgens Peijs op basis van andere criteria. „We kijken naar de punctualiteit, het aantal zitplaatsen, de kans dat je een conducteur tegenkomt en de mogelijkheden voor groei van het aantal passagiers en treinen”, zei Peijs gisteren na afloop van de wekelijkse ministerraad. „GroenLinks kijkt alleen naar de kale reistijden van punt A naar punt B, terwijl een Kamermeerderheid juist heeft besloten dat de reistijd geen deel uitmaakt van de vervoersconcessie.”