Premier Balkenende zei tijdens het debat over de regeringsverklaring dat het kabinet zal aansturen op een „versobering” van de regeling. VVD-leider Zalm leek hem -als ex-formateur- even te willen blameren voor de snelle val van Bijlhout, maar dat wierp Balkenende verre van zich.

Volgens de premier had Bijlhout verteld dat ze 1,5 jaar voor de Decembermoorden van 1982 de militie had verlaten. Uit foto’s bleek echter dat ze ook in 1983 nog lid was. De premier zei tijdens het debat dat hij gedaan heeft wat hij als formateur moest doen. Er is gevraagd naar zaken die bewindslieden in problemen kunnen brengen, aldus Balkenende.

Bijlhout heeft ambtshalve recht op twee jaar wachtgeld. Verschillende Tweede-Kamerfracties hebben zich zeer gestoord aan de riante regeling en willen aansluiting bij de regeling voor kamerleden. Een kamerlid dat er binnen drie maanden de brui aan geeft, heeft recht op een wachtgeld van maximaal zes maanden.

Remkes wijst erop dat in 1979 bij de wijziging van de wachtgeldregeling bewust een uitzondering is gemaakt voor bewindslieden. Ministers en staatssecretarissen kunnen, in tegenstelling tot kamerleden, een bestaande betrekking niet (tijdelijk) aanhouden.

De minister is bereid met de Kamer na te gaan of de wet op dit punt alsnog kan worden gewijzigd. Hij wil dat echter alleen doen in samenhang met modernisering van andere uitkeringsregelingen voor politieke gezagsdragers.