Over ziektes geen gezeur
NIJKERK - Met een groot symposium besluiten drie ouderenbonden vrijdagmiddag het driejarig project ”Voorkom sociaal isolement bij ouderen”. „Aan de hardnekkige gevallen kom je op deze manier niet toe.”
„Je moet hier een maag hebben als een marinier.” Glunderend schuift vijftiger Joop Dijkstra zijn lege koffiekopje nog eens naar voren. Samen met vijf ouderen bespreekt hij in het seniorenhuis in Beuningen de toestand in het dorp. Antoon en Käthe, het vaste koppel gastheer en gastvrouw voor de woensdag, horen en zien toe.Het gerieflijke seniorenhuis, een voormalig en inmiddels voor sloop genomineerd bejaardencentrum, is een initiatief van de Beuningse Elizabeth -„Beppie”- Verhees. Ruim een jaar geleden is ze ermee begonnen; anderhalf jaar na de dood van haar man. „Na zijn overlijden zeiden de kinderen: „Mam, wat klinkt uw stem toch raar” als ze ’s avonds belden. Dan zuchtte ik: „Ja, kind, heel mijn leven heb ik de kost verdiend met kletsen en nu praat ik heel de dag niet meer.”
Het initiatief van Verhees staat niet op zichzelf. Met steun van het Nationaal Fonds Ouderhulp sloegen de ouderenbonden PCOB, Unie KBO en ANBO drie jaar terug de handen ineen om bejaarden die leden onder een geïsoleerde bestaan de helpende hand toe te steken. Met een symposium blikken de drie in Nijkerk vrijdag terug op het project. Wat bleek? In vrijwel elke gemeente draaien een of meer projecten die gericht zijn op de bejaarde, in een isolement verkerende medemens.
„Er lopen veel verschillende initiatieven door elkaar heen”, zegt prof. dr. Nan L. Stevens, hoogleraar sociale gerontologie aan de Radboud Universiteit Nijmegen en de Vrije Universiteit Amsterdam. Het ogenblik waarop de missie als voltooid kan worden beschouwd is volgens haar nog niet aangebroken: „Systematisch onderzoek naar de effectiviteit van alle projecten ontbreekt veelal.” Van negen projecten die ze in een onlangs gepubliceerd artikel op een rij zette, bleken er slechts drie te zorgen voor een duidelijke daling van eenzaamheidsgevoelens. Bij een daarvan bleef onduidelijk waaraan dat kon worden toegeschreven: aan het project of aan een natuurlijk herstel.
In het bestrijden van eenzaamheid is nog een wereld te winnen, denkt Stevens. „De enige succesfactoren die we nu kennen, zijn gebaseerd op Amerikaans onderzoek. Wil een project slagen, dan moet het de vorm hebben van een groepsactiviteit en gericht zijn op een specifieke doelgroep, die in het proces een eigen inbreng heeft, zo blijkt daaruit.”
Namens het projectteam van de gezamenlijke ouderenbonden bevestigt Peter Kruitbosch (POCB) dat ”Voorkom Sociaal Isolement bij Ouderen” niet overal heeft gewerkt. „Je houdt altijd een groep over die je therapieresistent zou kunnen noemen. Het gaat om mensen die zo beperkt zijn in hun sociale vaardigheden dat ze zich overal voor afsluiten. Ook voor dergelijke projecten, omdat ze door deelname iedere keer met hun tekorten worden geconfronteerd.” Om dergelijke bejaarden te bereiken, is langdurige, professionele hulp geboden, zo is Kruitbosch’ ervaring. „Aan de hardnekkige gevallen komen wij op onze manier niet toe.”
Voorbeelden van succesvolle initiatieven zijn er daarentegen te over, beklemtoont Kruitbosch. Een ervan is het Beuningse inloophuis van Beppie Verhees. De bezoekersaantallen spreken duidelijke taal: 2738 in het eerste jaar. Verhees denkt dat de kleinschaligheid een grote rol speelt. „Een zaal in een dorpshuis krijgt tot afgrijzen van alleenstaande oudere vrouwen al gauw iets van een café.” Ook de huisregels spelen een rol, vermoedt ze. In de inloopwoning wordt niet geklaagd en zeuren over ziektes is taboe.
Ooit kwam er een vrouw die de huisregels aan haar laars lapte. Gastheer Antoon: „Dat zeurde maar en zeurde maar, niet te stoppen gewoon. Een echtpaar dat hier voor het eerst te gast was, zat zich zichtbaar te ergeren. Toen heb ik gezegd: Mevrouw, zo is het genoeg.” Met de vrouw en het inloophuis is het nooit meer wat geworden. Antoon: „Maar wat nog erger is, ook dat echtpaar heeft zich nooit meer laten zien.”
Hardnekkig probleem
Uit onderzoek van de Vrije Universiteit in Amsterdam blijkt dat ongeveer een derde van de 55 plussers eenzaam is en dat van hen ongeveer 4 procent ernstig tot zeer ernstig eenzaam is. Onderzoek van de Universiteit Utrecht naar sociaal isolement laat zien dat 25 procent van de 65 plussers in Nederland eenzaam is en 12 procent sociaal geïsoleerd. Uit beide onderzoeken blijkt dat mensen die gescheiden of verweduwd zijn zich vaker dan anderen eenzaam voelen of sociaal geïsoleerd zijn. Hetzelfde geldt voor mensen met een lage sociaaleconomische status: weinig opleiding, weinig inkomen, mensen in de WAO of WW. Allochtone ouderen zijn vaker eenzaam of leven vaker in een sociaal isolement dan Nederlandse ouderen (bron: NIZW).