Glimmend blik van adellijke ijdeltuit
New Forest -eens het Zuid-Engelse jachtdomein van Willem de Veroveraar- is populair bij wandelaars en fietsers. In het dorpje Beaulieu -„Bjoelie”, zeggen inwoners- stuiten zij op het levenswerk van een excentrieke baron.
Dankzij King John (Jan zonder Land) was de oproep tot gebed van de cisterciënzer monniken tot ver in de New Forest te horen. De vorst schonk hun in 1204 grond en zij lieten door een leger lekenbroeders en lokale vaklieden in Beaulieu een klooster en een kolossale abdijkerk bouwen. Onder hun supervisie maakten boeren delen van het woud voor akkerbouw geschikt en lieten herders duizenden schapen op de heuvels van Hampshire grazen. De wol werd vanwege de uitstekende kwaliteit geroemd.
Henry VIII, die met de paus overhoop lag, maakte een einde aan deze bedrijvigheid. Op zijn bevel werd de abdij in 1536 verwoest. Niet alleen de verbrokkelde muren getuigen van de omvang van het complex, maar ook een maquette in de Dome, het pand waarin de lekenbroeders huisden en dat nu een museum onderdak biedt. Sir Thomas Wriothesley, rechterhand van Thomas Cromwell, kreeg het in 1538 voor een vriendenprijsje.Vandaag de dag zwaait Edward John Barrington Douglas-Scott Montagu oftewel Lord Montagu er de scepter. De excentrieke aristocraat erfde in 1951 het huwelijkscadeau van zijn grootvader en ging in het fraai verbouwde poortgebouw wonen. Al gauw schrok hij van de torenhoge onderhoudskosten, maar zag ook mogelijkheden om met het landgoed inkomsten te verwerven. Met enkele bedienden schrobde hij de vloer van het Palace House, parkeerde vijf oldtimers in de hal en nodigde het publiek uit een kijkje te komen nemen. De oliestank was bij de entree inbegrepen.
De initiatiefnemer bestempelde de attractie als een eerbetoon aan zijn vader, een pionier op autogebied. Als uitgever van het magazine The Car bestuurde deze als eerste een auto op het eiland. De man haalde koning Edward VII over eveneens zo’n voertuig aan te schaffen. Aan Lord John dankt Rolls-Royce het bekende beeldmerk op de motorkap: een jonge dame in fladderend gewaad, met een vinger op haar lippen. Zijn maîtresse (”secretaresse”) Eleanor Velasco Thornton stond model voor dit beroemde figuurtje.
Lord Montagu trad de eerste tijd zelf als gids op. Behalve in 1954, het jaar dat hij van sodomie werd beticht en een „showproces” internationaal de aandacht trok. De baron, in een Rolls-Royce naar de gevangenis afgevoerd, zat twaalf maanden in de cel. Onschuldig, beweert hij nog steeds. Het Britse parlement boog zich over de zaak, wat uiteindelijk leidde tot legalisatie van homoseksualiteit in Groot-Brittannië.
Ondertussen groeide het automuseum in Beaulieu uit zijn jasje. Twintig jaar na de opening kreeg de collectie een nieuw onderkomen op het uitgestrekte terrein eromheen en de Lord verzon telkens weer een aanleiding om The National Motor Museum (en zichzelf) in het nieuws te krijgen. Wat niet wegneemt dat de adellijke ijdeltuit wel degelijk een attractie van formaat heeft neergezet. Mede om die reden ontvangt de 81-jarige baron vandaag (30 september) de Meguiar’s Award, een prestigieuze onderscheiding in de autowereld.
Snelheidsrecord
Liefhebbers lopen er likkebaardend rond, want de collectie van het imposante museum staat er spic en span bij. Niet verwonderlijk, want in groene overalls geklede suppoosten poetsen het chroom en blik onophoudelijk. Aandoenlijk is de Peel-50, ’s werelds kleinste productieauto, gemaakt door Peel, het enige automerk van het eiland Man. Het vehikel, aangedreven door een bromfietsmotor van 49 cc, heeft twee voorwielen en één achterwiel, weegt 59 kilo en haalde 64 kilometer per uur. Met die topsnelheid was het een gevaar op de weg. Een achteruitversnelling ontbreekt; de bestuurder moest het autootje gewoon aan de voorkant oppakken en omdraaien. Ondanks de wervende slogan ”bijna goedkoper dan lopen” werden er maar 47 van verkocht.
De ruim 250 oldtimers en soms wereldberoemde bolides -het gros startklaar- hebben hun aandeel in de geschiedenis van het automobiel, van 1894 tot heden. De bezoeker kan die ontwikkeling beleven in World on Wheels, waarin hij in een soort kermiskarretje langs de historie van het wiel wordt getrokken. Van het moment waarop een slimme boy een steentje van de helling liet rollen en dacht: „daar zit meer in”, tot de huidige praktijk waarbij moderne vierwielers van de lopende band komen.
De nagebootste dorpsgarage uit de jaren dertig van de vorige eeuw roept bij oudere Britten ongetwijfeld nostalgische herinneringen op. De eigenaar was smid, fietsenmaker, pompbediende en automonteur tegelijk en vervulde een haast onmisbare rol in het dagelijks leven. Die oude troep in de rommelige werkplaats zegt een groepje jongeren weinig. Zíj raken opgewonden van de originele auto’s (en boten) uit de James Bondfilms en van de voertuigen die gebruikt werden om het wereldsnelheidsrecord te verbreken. Donald Campells Bluebird haalde in 1964 een top van 648 kilometer per uur, maar is een slak vergeleken bij het raketachtige gevaarte Trust SSC, waarmee Richard Noble deze snelheid haast verdubbelde.
De tijdelijke tentoonstelling ”The Art of Citroën”, die nog tot 31 maart 2007 naast de vaste museumpresentatie te zien is, legt het accent niet op dergelijke waaghalzerij, maar op innovatie en design. Groot is het contrast tussen de nieuwe C6 en het allereerste prototype van de legendarische 2 CV (lelijke eend). Ontwerper Pierre Boulanger was bang dat de nazi’s met zijn idee aan de haal gingen en hield de ”paraplu op wielen” in Parijs angstvallig verborgen door hem in te metselen. Vijftig(!) jaar later werd het concept van de Franse volkswagen dik onder het stof achter een fabrieksmuur aangetroffen.
Spionage
Lord Montagu bedient overigens ook fans van oude en nieuwe motorfietsen op hun wenken en beschikt bovendien over een immense bibliotheek, waar zowel professionele monteurs als amateurrestaurateurs duizenden onderdelenlijsten, fabrieksfolders, gebruiksaanwijzingen, boeken en tijdschriften kunnen raadplegen.
Beaulieu is niet uitsluitend bedoeld voor autofreaks. Zo ligt het spionagemuseum -in 2005 geopend- wat verscholen op het landgoed, wat goed bij het thema past. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden hier in het diepste geheim mannelijke en vrouwelijke agenten getraind om achter de Duitse linies sabotageacties op touw te zetten.
Om zijn bezit voor het publiek nog aantrekkelijker te maken, liet de baron een monorail aanleggen. Tijdens een ritje komt ook de achter een heg verstopte victoriaanse bloemen- en groentetuin in beeld. Een open dubbeldekker heeft er eveneens een halte. De bus rijdt ook naar de abdij en naar Lord Montagu’s woning, waar de butler en de dienstbode rondleidingen (home-tours) houden. De Bijbeltekst boven de haard houdt zowel Lord Montagu als de bezoeker een spiegel voor: „De vreze des Heeren is het beginsel der wijsheid.” Die spreuk namen de cisterciënzer monniken eeuwen geleden misschien wel meer ter harte.
The National Motor Museum en de andere attracties van Beaulieu zijn geopend van 10.00 tot 17.00 uur (tussen mei en september tot 18.00 uur). Toegangsprijs: 4 tot 12 jaar 8 pond (bijna 12 euro), 13 tot 17 jaar 9 pond (ruim 13 euro), 18 tot 64 jaar 16 pond (23,40 euro). Gezinskaart: 44 pond (één volwassene met vier kinderen of twee volwassenen met drie kinderen; ruim 64 pond). Parkeren is gratis. Wie alles niet in een dag kan bekijken, mag binnen zes dagen gratis terugkomen. Meer informatie: www.beaulieu.co.uk.
Scheepswerf
Bijna 4 kilometer van Beaulieu doezelt Buckler’s Hard, een pittoresk modeldorp dat ook tot het landgoed van Lord Montagu behoord. Een van zijn verre voorvaderen had het ambitieuze plan er een haven van te maken, om suiker te importeren. Dat liep op een mislukking uit. Dankzij het stevige eikenhout uit het New Forest werd de plek een filiaal van de koninklijke werf in Portsmouth. Het Maritiem Museum maakt duidelijk dat hier een deel van Nelsons oorlogsvloot van stapel liep. In de huisjes op het terrein komt het dagelijks leven van de scheepsbouwers aan bod. Een rondvaart op de Beaulieu River, eveneens eigendom van de baron, behoort tot de mogelijkheden.
Meer informatie: www.bucklershard.co.uk.
Kleurenpracht
Bankieren deed hij als hobbyist, tuinieren als professional. Bij Exbury is te zien waar de passie van Lionel Nathan de Rothschild uiteindelijk toe leidde. Hij kocht in 1919 landgoed Exbury in de New Forest en liet 250 arbeiders de bomen kappen en een irrigatiesysteem aanleggen. De plantenverzamelaar pootte er vervolgens botanische rariteiten uit alle delen van de wereld, maar zijn belangstelling ging vooral uit naar azalea’s en rododendrons. Door onderling kruisen kreeg hij maar liefst 450 kleurvarianten, waar vooral in het voorjaar duizenden plantenliefhebbers van genieten. Na de oorlog nam zoon Edmund (”Mr. Eddy”) het stokje over. De eigenaar, inmiddels de negentig gepasseerd, verzint met zijn vier kinderen allerlei activiteiten in Exbury Gardens om het hele jaar door bezoekers te trekken. Zo puft er een stroomtreintje door de 80 hectare grote bostuin en kunnen de passagiers een spoedcursus machinist volgen.
Meer informatie: www.exbury.co.uk.
Superluxe slapen
Dat je niet altijd naar een afgelegen tropisch eiland hoeft om in de watten te worden gelegd, bewijst Chewton Glen, een ”country house hotel” in New Milton, een dorpje waar zich ook het motorenmuseum van Sammy Miller nestelde. In het oer Britse landhuis schreef de zeekapitein Frederick Marryat in 1847 zijn kinderboek ”Children of the New Forest”, maar toen Martin Skan en zijn Zwitserse echtgenote Brigitte het in 1966 kochten was het een lekkend bouwval. Op dat moment konden ze niet vermoeden dat dit onderkomen zou uitgroeien tot een wereldwijde favoriet.
Het duo grossiert inmiddels in onderscheidingen. Eind vorig jaar veroverde Chewton Glen zelfs de tweede plek op de lijst van beste hotels ter wereld, wat uiteraard zijn weerslag heeft op de overnachtingsprijzen. De goedkoopste kamer doet 290 pond en voor 805 pond mogen twee personen in de duurste suite slapen.
Het hotel telt 35 kamers en 23 suites –elk individueel en luxueus ingericht met smaakvol meubilair, geraffineerde stoffen en antiek– en wordt omringd door een stijlvolle tuin met gemillimeterde grasvelden en een eigen golf course. In de reusachtige Health Club zijn alle vormen van lijfelijke verwennerij voorhanden zoals massage en aromatherapie. En uit de exquise keuken, getooid met een Michelinster, komen de heerlijkste spijzen en dranken. Er is keuze uit 500 wijnen van tussen de 30 en 3000 euro per fles.
Gasten die de benen willen strekken worden ook op hun wenken bediend. Desgewenst krijgen ze tijdens hun country walk een vorstelijk opgetuigde picknickmand aangereikt. Voor het geval het gaat regenen: de laarzen staan klaar. Na tien minuten lopen langs een kabbelende beek, komt de zee in zicht. Waar vroeger smokkelaars actief waren, zoeken wandelaars nu in het zand naar haaientanden. Vanaf deze plek kunnen ze het Kanaaleiland Wight bijna aanraken.
Meer informatie: www.chewtonglen.com.
Schrijvers en dichters
„The great bell of Beaulieu was ringing.” De ridderroman ”The white company” begint in Beaulieu en de auteur –Sir Arthur Conan Doyle– bedoelde de grote klok van de middeleeuwse abdijkerk. De schrijvende arts, vooral bekend als geestelijk vader van detective Sherlock Holmes, ligt begraven in Minstead. Het dorpje telt slechts één winkel, maar kan zich wel beroemen op een 13e eeuwse kerk met drie preekstoelen boven elkaar.
In Lyndhurst, de ‘hoofdstad’ van New Forest, woonde Alice Hargreaves Liddell het grootste deel van haar leven. Deze dame zou nooit zo bekend zijn geworden als ze als tienjarig meisje geen boottochtje op de Thames had gemaakt met dominee Charles Lutwidge Dodgson. Tijdens dit tripje vertelt de wat zonderlinge man een sprookje over een meisje dat in allerlei vreemde avonturen onder de grond verzeild raakt. Op aandringen van Alice schrijft hij het verhaal op. In 1865 rolt het kinderboek ”Alice in wonderland” van de pers met de schuilnaam Lewis Carroll op de cover. Alice, die van de auteur het manuscript ontvangt, sterft in 1934. Toeristen weten haar graf op het kerkhof van de ”St. Michael and All Angels” te vinden.
In het kustplaatsje Lymington, waar het autoveer naar het eiland Wight vertrekt, strijkt Henry Francis Lyte kort na zijn huwelijk neer. De uit Schotland afkomstige hulppredikant ontpopt zich daar al snel als dichter. Het ”Onze Vader” inspireert hem in 1826 tot zijn eerste poëtische werk. Diverse geestelijke gezangen, waaronder het welbekende lied ”Praise my soul the King of Heaven” (Prijs, mijn ziel, de Hemelkoning), volgen. Op 4 september 1847, amper twee maanden voor zijn dood, vertrouwt Lyte nog ”Abide with Me” (Blijf bij mij, Heer) aan het papier toe.
Meer informatie over New Forest: www.dorset newforest.com. Thomsonfly vliegt zes keer per week vanaf Schiphol naar Bournemouth. Voor tijden en tarieven: www.thomsonfly.com.