De manier waarop de eerste en de tweede generatie TT bij Audi zijn ontstaan, is volledig anders. De eerste variant was een vingeroefening van een team jonge ontwerpers dat de opdracht kreeg een auto te ontwikkelen die brak met alle tradities binnen het merk. Het concept werd zo enthousiast ontvangen dat Audi het model in zijn leveringsprogramma opnam. Met veel succes. De nieuweling is niet meer dan een mix van het eerste type met elementen van een futuristische auto die Audi voor een sciencefictionfilm ontwierp.Kunstwerkje
Die elementen zijn vooral in het front terug te vinden. De koplampen zijn wat scherper gesneden en natuurlijk heeft ook de TT een grote singleframe grille gekregen. De auto staat op het onderstel van de huidige A3 en is in z’n geheel wat groter geworden. Al het andere is gelijk gebleven.

De wielkasten worden flink aangezet en sluiten zo perfect op de lichtmetalen wielen aan. De aluminium tankdop is een kunstwerkje op zich en springt vooral bij donkere carrosseriekleuren in het oog. De zijrichtingaanwijzers zijn als opmerkelijk smalle units opgenomen in de buitenspiegelbehuizing. De achterbumper heeft wat meer volume gekregen en steekt onder de nummerplaat iets verder naar buiten. Maar wat doet een derde remlicht boven het logo in de achterklep? Dat hoort toch echt tegen de bovenkant van de achterruit.

Ondanks die minpunten is de nieuweling weer een prachtige coupé. Mooi van afwerking met strak aansluitende plaatwerkdelen en met een net wat krachtiger voorkomen.

Na de lancering van de eerste TT deden er zich problemen voor met de wegligging, die werden gecorrigeerd door een ontsierende spoiler op de achtersteven. Die spoiler is er nog steeds, maar hij komt pas bij hogere snelheden tevoorschijn om voor meer druk op de achterwielen te zorgen. Die druk is ook wel nodig gezien de potente motoren die worden aangeboden.

Lui schakelen
Instappen op hoog niveau, dat is zeker het geval bij de TT, die meteen start met de 2 liter TFSI-motor. FSI staat bij het merk voor directe benzine-inspuiting en de letter T geeft de aanwezigheid van een turbo aan. De krachtbron is onder meer bekend uit de Volkswagen Golf GTI.

In deze auto wordt een vermogen ontwikkeld van 200 pk. Vooral door de turbo is de motor erg krachtig over een breed toerenbereik. Dat is ook duidelijk te zien aan het koppel van 280 Nm, dat tussen 1800 en 5000 tr/min helemaal gelijk blijft. De voorwielen worden aangedreven via een handgeschakelde zesbak, terwijl Audi als optie de gerobotiseerde DSG-bak aanbiedt, die voortaan als S-tronic door het leven gaat.

Met de nodige elektronica op de achtergrond heeft de auto er nauwelijks problemen mee het volle vermogen op de weg over te brengen. Hoewel de turbo al bij een laag toerental ingrijpt, is de drukopbouw zo mooi dat de banden even de gelegenheid krijgen zich met het asfalt te verbinden. Elektronisch ingrijpen gebeurt eigenlijk alleen in (te) snel genomen bochten. Dan tempert ESP kortstondig het enthousiasme van de bestuurder door gas terug te nemen.

De zes versnellingen zijn mooi over het snelheidsbereik van de auto verdeeld en door het zo breed aanwezige koppel kan er behoorlijk lui geschakeld worden. Even het gaspedaal intrappen is al voldoende om vlot te accelereren. De auto heeft voor het sprintje naar 100 km/u slechts 6,6 tellen nodig en topt op 240 km/u. De motor is beslist niet rumoerig, ook niet bij hogere toerentallen. Het brandstofverbruik beweegt zich in de praktijk tussen de 1 op 10 en de 1 op 12.

Spaceframe
Wat onder het rijden opvalt, is de enorme stijfheid van de carrosserie. Van voelbare torsie is geen sprake en dat komt door de bijzondere bouwwijze. Audi spreekt van de Spaceframetechnologie, waarbij in dit geval aluminium en staal worden gecombineerd. Het onafhankelijk geveerde onderstel is behoorlijk stug van afstemming, maar is tegelijk goed op het karakter van de TT afgestemd. En op oneffenheden mag de Audi dan wel stug zijn, tijdens met hoge snelheid afgelegde autobaankilometers zijn er geen klachten over het gebrek aan comfort. Gezeten in laag geplaatste kuipstoelen wordt het lichaam prima ondersteund.

Grappig is het aan de onderzijde afgeplatte stuurwiel, dat extra knieruimte biedt bij het instappen. Maar bij inparkeren glijdt het platte deel altijd weer onverwacht door de handen. De thema’s uit de vorige TT komen een beetje afgezwakt terug. De ronde uitstroomopeningen in het midden van het dashboard hebben er een derde broertje bij gekregen en worden minder ver in het dashboardlichaam doorgetrokken.

Ook de handvaten langs de middenconsole zijn niet zo direct zichtbaar. Verder maken alle chromen en aluminium onderdelen op een verder zwarte ondergrond het geheel wat onrustig.

Bose Surround
Audi mag de TT dan wel wat groter gemaakt hebben, het blijft een echte vierpersoonswagen, met op de achterbank alleen plaats voor twee kleine kinderen. Die bank kan natuurlijk ook plat, om het bagagevolume uit te breiden van 290 naar 700 liter.

Het spreekt voor zich dat de Audi TT 2.0 TSFI een complete standaarduitrusting heeft, inclusief een audio-installatie, stoelverwarming, automatische klimaatbeheersing en vier airbags. De zijairbags in de stoelen vangen in dit geval ook het hoofd op. Het leveringsprogramma van de Audi TT begint bij de 2.0 TFSI voor 45.490 euro.

Daarnaast is er de Pro Line-uitvoering met een alarm, Bose Surround Sound, stuurwiel met bedieningsknoppen en xenonverlichting die op 48.390 euro uitkomt. S-tronic kost 2700 euro extra en de 250 pk sterke 3,2 liter V6 kost inclusief quattrovierwielaandrijving 55.530 euro.

Audi TT 2.0 TSFI

Waardering

• op hoog niveau afgewerkt, sportieve rijeigenschappen, meer binnenruimte

• slechts een evolutie van het vorige model, afgeplat stuurwiel niet handig

Techniek

Cilinderinhoud: 1.984 cc; maximumvermogen: 147 kW/200 pk bij 5100-6000 tpm; maximumkoppel 280 Nm bij 1800-4000 tpm; acceleratie 0-100 km/u: 6,6 seconden; topsnelheid: 240 km/u.

Maten, gewicht en prijs

Lengte: 4178 mm; breedte: 1842 mm; hoogte 1352 mm; wielbasis: 2468 mm: gewicht: 1260 kilogram; inhoud bagageruimte: 290-700 liter; brandstoftank: 55 liter; Audi TT 2.0 TFSI; 45.490 euro.

Alternatieven

Alfa Brera 2.2 JTS: 42.100 euro

Een wat groter alternatief, maar nog steeds een 2+2. Krachtige vormgeving, sterke direct ingespoten benzinemotor, maar voelbaar zwaarder in het rijgedrag. Afwerking kan niet tippen aan het Duitse niveau.

Chrysler Crossfire: 45.995 euro

Een model dat origineel is vormgegeven, maar nauwelijks bekendheid heeft. Duitse bouwkwaliteit, auto wordt bij Karmann in Osnabrück gemaakt op basis van vorige generatie Mercedes SLK. Standaard met 3,2 liter 6 cilinder motor. Zeer krappe toegang tot bagageruimte.

Lotus Elise S: 47.288 euro

Een alternatief voor de echte liefhebber die puur wil genieten en niet te veel geholpen wil worden door elektronica. Door de lichtgewicht constructie met aluminium en kunststof is de auto uiterst sportief met een bescheiden 1,8 liter 4 cilinder.