Een mager zesje voor EU-toetreders
STRAATSBURG - Ook voor de twee achterblijvers uit het vroegere Oostblok zwaait de deur open: de EU verwelkomt op 1 januari aanstaande Bulgarije en Roemenië in haar midden. Ze zijn er niet echt helemaal klaar voor en daarom zal Brussel scherp toezicht uitoefenen op de voortzetting van het hervormingsproces ginds.
In mei 2004 vond de vergroting van de Unie plaats met tien landen. Daarvan waren er acht gedurende bijna een halve eeuw onderworpen geweest aan een communistische dictatuur. Bulgarije en Roemenië behoorden aanvankelijk eveneens tot die omvangrijke groep van aspirant-leden, maar zij misten uiteindelijk de boot. Zij hadden meer tijd nodig om de vereiste veranderingen te verwezenlijken in de maatschappij en daarmee te beantwoorden aan de politieke en economische criteria voor aansluiting.Dinsdagmiddag presenteerde de Europese Commissie het zoveelste rapport over de stand van zaken op het voorbereidende traject. Zij stelt nu voor de beide naties begin 2007 dan toch het volwaardige lidmaatschap toe te kennen. De regeringsleiders van de 25 huidige lidstaten nemen later dit jaar de officiële beslissing. Niemand twijfelt eraan dat zij het advies van het dagelijks bestuur van de EU zullen volgen.
Enkele maanden terug, in mei, toonde commissaris Olli Rehn, die de primaire verantwoordelijkheid draagt voor het beleid op het terrein van de uitbreiding, nog flinke aarzelingen. Hij en zijn collega’s gaven toen niet voluit groen licht. Zij hielden een slag om de arm en kozen ervoor om pas in september, aan de hand van de bevindingen dan, het definitieve oordeel te vellen.
Inmiddels hebben zij dat dus gedaan. Voorzitter José Manuel Barroso constateerde in het Europees Parlement in Straatsburg in een toelichting op de analyse en afweging -die hij aanduidde als „strikt, billijk en objectief”- dat sinds het vorige ijkpunt „aanzienlijk vooruitgang” is geboekt. De tot dusver bereikte resultaten worden als voldoende aangemerkt.
Hij bestempelde de entree van de betrokken kandidaten in de ”Europese familie” als een „historische gebeurtenis.” Het betekent de voltooiing van de toetredingsronde met de landen die zich na de Tweede Wereldoorlog aan de verkeerde kant van de scheidslijn bevonden. Het continent, dat decennia lang was verdeeld in West en Oost, is straks herenigd. Volgens Barroso levert de geplande expansie van de EU voor alle partijen voordelen op, waaronder een stimulans voor de economische groei. „Dit zal bijdragen tot een beter en veiliger Europa”, hield hij zijn gehoor voor. Het EP begroette de mededeling over de naderende opname van Bulgarije en Roemenië met applaus.
De autoriteiten in Sofia en Boekarest mogen echter, nu de buit binnen lijkt, niet op hun lauweren rusten. Zij zijn voor het toelatingsexamen geslaagd met slechts een mager zesje. Herhaaldelijk klinkt in de evaluatie door dat er zorgen blijven over de resterende hiaten. Meer verbeteringen zijn bijvoorbeeld nodig als het gaat om de bestrijding van de corruptie en de georganiseerde misdaad, om de onafhankelijkheid van het gerechtelijk apparaat, om de naleving van de regels voor hygiëne en voedselveiligheid en om het administratieve beheer van de betalingen vanuit Brussel voor de landbouw en voor infrastructurele projecten.
Om de noodzakelijke vorderingen te waarborgen kondigt de Commissie „begeleidende maatregelen” aan en „een mechanisme voor samenwerking en controle op progressie in de hervormingen.” Ze laat weten streng te zullen zijn en houdt voor de komende drie jaar sancties achter de hand voor het geval de prestaties tekortschieten.
Zo geldt er voor de toetreders een uitvoerverbod van varkens en van het vlees van die dieren zolang binnen hun grenzen de varkenspest niet radicaal is uitgebannen. Eventueel kan de Unie besluiten rechterlijke vonnissen in Bulgarije en Roemenië niet automatisch te erkennen of geen medewerking te verlenen aan arrestatieverzoeken. Een ander mogelijk middel om corrigerend in te grijpen betreft het inperken van de subsidiestroom. De twee regeringen moeten elk halfjaar, voor het eerst in maart 2007, verslag doen van hun aanpak op delicate beleidsterreinen.
Rehn meent dat er met dit alles voldoende garanties zijn ingebouwd. „Deze landen verdienen lof voor alle inspanningen en hervormingen. Ik heb er alle vertrouwen in dat ze een verrijking zullen vormen voor de EU”, verklaarde hij concluderend. Voorts benadrukte hij dat het belastinggeld van de Europese burger goed wordt beschermd. Dit laatste diende waarschijnlijk ter geruststelling van het publiek in de oude lidstaten, dat in opiniepeilingen blijk geeft van een groeiende scepsis tegenover verdere uitbreiding.