Dat stelde PvdA-fractievoorzitter Van Nieuwenhoven vrijdag in het debat over de regeringsverklaring. Ze is van mening dat er veel te weinig geld wordt uitgetrokken voor zorg, onderwijs en veiligheid. Ook hekelde ze de bezuinigingen op de gesubsidieerde arbeid.

Van Nieuwenhoven ventileerde eveneens kritiek op de verschuivingen binnen de ministeries en tussen de verschillende departementen. Ze betreurt het dat de minister voor Ontwikkelingssamenwerking is verdwenen en ook de portefeuille Milieu op het bordje van een staatssecretaris is geschoven. „Het kabinet hecht een gering belang aan buitenlandse beleid”, concludeerde Van Nieuwenhoven.

Ook is ze tegen de verhuizing van de portefeuille Integratie van het ministerie van Binnenlandse Zaken naar het ministerie van Justitie. „Integratie is een sociaal vraagstuk, niet een justitieel probleem. Bovendien gaat het bij integratie niet om vreemdelingen, maar om mensen die al Nederlander zijn.” Verder verwacht ze een ongewenste competentiestrijd tussen de minister van Binnenlandse Zaken en zijn staatssecretaris, die voor het eerst over de politie gaat.

Balkenende had volgens Van Nieuwenhoven wat meer tijd moeten nemen voor het zoeken van personen voor zijn kabinet. Voor de LPF was het tempo te hoog, vindt ze. „Het zakelijke verleden en privé-leven had dan zorgvuldiger kunnen worden bekeken”, verwees Van Nieuwenhoven naar de ontslagen ex-staatssecretaris Bijlhout (LPF) van Emancipatie en Familiezaken.

De manier waarop LPF-minister Bomhoff van Volksgezondheid af wilde van zijn topambtenaar Van Lieshout verdient volgens Van Nieuwenhoven niet bepaald de schoonheidsprijs. „Past dat bij het ’fatsoen moet je doen’, waar de premier het over had”, vroeg Van Nieuwenhoven zich af.