LEI: Einde quotering geen ramp
TILBURG - Vervroegde beëindiging van het melkquotasysteem betekent geen ramp voor de melkveehouderij. Het totale Nederlandse melkaanbod zal juist toenemen met 21 procent. De relatief sterke zuivelindustrie moet hiervan kunnen profiteren. Afschaffing zal wel ten koste gaan van kleine bedrijven.
Dat concludeert het Landbouweconomisch Instituut (LEI) in een rapport over de gevolgen van mogelijke afschaffing van de melkquotering. Het onderzoek, uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Landbouw, werd donderdag gepresenteerd tijdens een door landbouworganisatie ZLTO georganiseerde bijeenkomst over de toekomst van de zuivelsector.Melkveehouders in Europa krijgen nu jaarlijks een quotum dat bepaalt hoeveel liter melk zij mogen produceren. Gaan zij over die hoeveelheid heen, dan betalen ze een toeslag, de zogeheten superheffing.
Het in 1984 ingevoerde melkquotasysteem eindigt officieel per 31 maart 2015. In 2008 zal het Europese zuivelbeleid echter worden geëvalueerd, wat aanleiding zou kunnen zijn om de quotering al eerder af te schaffen. Door toenemende vrijhandel staat de regeling onder zware druk. Bovendien willen steeds meer Europese landen, waaronder de nieuwe lidstaten, van het systeem af omdat de quotumkosten concurrentie op de wereldmarkt in de weg staan.
Volgens het LEI zijn vooral melkveebedrijven die willen groeien gebaat bij vervroegde afschaffing (in 2009) van de melkquotering. Kleinere bedrijven (tot 350.00 kilo melk) zonder groeiperspectief zullen door een dalende melkprijs juist tot stoppen worden gedwongen. Ook grotere melkveebedrijven met hoge financieringslasten zijn kwetsbaar.
Om schokeffecten van directe afschaffing te voorkomen, is een tijdige aankondiging belangrijk, stelt het LEI. Daarnaast zouden er maatregelen moeten worden genomen om een geleidelijke overgang te versoepelen, zoals een gefaseerde aanpassing van de melkprijs, een verandering van het melkquotabeleid met mogelijkheden van Europese verevening en overdraagbaarheid, en het opkopen van melkquota door de EU, naar analogie van recente ontwikkelingen in de suikersector.
Nederlandse melkveehouders willen uiterlijk in 2008 duidelijkheid over de toekomst, stelde voorzitter Siem Jan Schenk van de vakgroep rundveehouderij van LTO Nederland donderdag. „Melkveehouders moeten kunnen anticiperen.”
De kans is echter groot dat het melkquotasysteem, zonder formeel te worden afgeschaft, zichzelf „uitholt”, zo hield landbouwminister Veerman de ruim 300 aanwezige melkveehouders voor. „Omdat de melkprijs in Europees verband en de wereldmarktprijs steeds meer richting elkaar tenderen, verliezen quota hun waarde.” Daarbij komt nog dat, gevoed door de toenemende melkvraag op de wereldmarkt, algemeen wordt verondersteld dat melkveehouders in de EU de komende jaren meer productiemogelijkheden krijgen, aldus Veerman.
De minister noemde het in dit licht „onbegrijpelijk” dat er in Nederland nog steeds grif wordt betaald voor melkquotum, terwijl het systeem op relatief korte termijn op de helling gaat. „Ik waarschuw u al twee jaar, maar tot nu toe tevergeefs. Natuurlijk, u bent boer en niemand houdt u tegen. Hooguit de bank. Maar wie quotum bijkoopt tegen de huidige tarieven, is volgens mij niet zakelijk bezig. Dat het nog steeds gebeurt, benauwt me.”
Schenk sloot zich bij de oproep van de minister aan. „Veel melkveehouders denken dat ze met de aankoop van melkquotum hun toekomst veiligstellen. Maar het zou wel eens zo kunnen zijn dat ze daarmee hun toekomst juist op het spel zetten.” Volgens de LTO’er is een brede discussie over de toekomst op zijn plaats.