Binnenland

Aftocht voor relatief onbekende Dekker

DEN HAAG (ANP) – Zij ging over de Rijksgebouwendienst (RGD), die er donderdag ongenadig van langs kreeg voor zijn rol bij de Schipholbrand. Minister Sybilla Dekker (VROM, VVD) trok haar conclusie en stapte op.

21 September 2006 17:45Gewijzigd op 14 November 2020 04:07

Het cellencomplex op Schiphol–Oost is een van de 2000 gebouwen onder beheer van de RGD. De dienst is volgens de Onderzoeksraad voor Veiligheid van Pieter van Vollenhoven ernstig tekortgeschoten op het gebied van (brand)veiligheid).De 64–jarige VVD–politica is een van de minst bekende bewindslieden, terwijl ze als zakenvrouw gold als een rasnetwerker. Ze werd op 27 mei 2003 benoemd in het tweede kabinet–Balkenende. Een jaar eerder kreeg Dekker al een ministerspost aangeboden, maar ze zag een coalitie met de LPF niet zitten.

Dekker, die directeur was van werkgeversorganisaties en grossierde in commissariaten, uiteenlopend van de NS tot Heineken, belandde op het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM).

Politiek kwam ze met haar ministerschap uit de kast. Ze was pas laat actief geworden in de VVD. Neelie Kroes, Dekkers bijna–buurvrouw in Wassenaar, wist niet van haar partijlidmaatschap en dacht dat ze van het CDA was, zei Dekker zelf twee jaar geleden tegen Elsevier.

Met Dekker ging op VROM een andere wind waaien. PvdA’er Jan Pronk, een van haar voorgangers, werkte met gedetailleerde blauwdrukken. Dekker liet meer aan lokale overheden. Van hindermacht tot ontwikkelkracht, was een van haar gevleugelde uitdrukkingen.

De Nota Ruimte over de inrichting van Nederland was een van de eerste zware klussen. Dekker zette in op decentralisatie, provincies en gemeenten kregen de zeggenschap. Milieuorganisaties vielen over haar heen omdat ze het bestond om bouwen in het Groene Hart toe te staan.

Ze loodste de nota door de Tweede Kamer. Maar toen ze voorstelde om de huren te liberaliseren, ging het mis. Ze verkeek zich lelijk op de steun van coalitiepartijen CDA en D66. Dekker moest begin 2005 sleutelen aan haar plannen waarmee ze de doorstroming op de vastgelopen woningmarkt wilde regelen.

Het complexe dossier zou één dezer dagen in de Kamer voor afhandeling besproken worden. De fracties hadden het in meerderheid verder niet op haar softe aanpak van falende woningcorporaties en dik verdienende corporatiedirecteuren en –bestuurders.

Dekker werd op 23 maart 1942 geboren in Alkmaar. Haar vader had een installatiebedrijf voor verwarmingsapparatuur. Na het gymnasium deed ze de sociale academie. Daarna werkte ze als bedrijfsmaatschappelijk werker en arbeidsinspectrice.

Op het ministerie van Landbouw, waar ze vanaf 1979 werkte, klom ze op tot de eerste vrouwelijke topambtenaar. In 1990 was ze de eerste vrouwelijke directeur van het Nederlands Verbond van Ondernemers in de Bouwnijverheid (NVOB), en later ook bij de Algemene Werkgevers Vereniging Nederland (AWVN).

Het was Gerrit Zalm die de nuchtere, vriendelijke en ietwat gereserveerde Dekker in het vizier kreeg. Ze vond het een hele overgang, van werkgeversbons tot minister, en om te worden geconfronteerd met de controlerende taak van de Eerste en Tweede Kamer. Mària van Veen van de Woonbond, de lobby van huurders, noemde haar in de Volkskrant meer een bestuurder dan politicus. „Ze speelt niet met de Kamer, dat zit niet in haar genen." Een politiek manager met een kleine p, kopte NRC Handelsblad in februari 2005 na haar ‘afgang’ met het nieuwe huurbeleid.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer