Een tijd
Ja, alle dingen hebben een zekere tijd. David, Gods uitverkoren kind, heeft de tijd gehad dat hij de kleinste was, de jongste en de meest verachte onder zijn broeders. Hij heeft ook de tijd gehad dat hij als koning ver boven hen was verheven. Hij heeft een tijd gehad dat hij de schapen van zijn vader moest hoeden. Hij had een tijd dat de Heere hem achter de kudde wegnam en hem van een beestenhoeder een mensenhoeder maakte en hem op de troon van zijn wederpartij zette.
De hoogmoedige koning Nebukadnezar heeft een tijd gehad van verhoging maar ook van vernedering. Een tijd waarin hij durfde zeggen: „Is dit niet het grote Babel dat ik gebouwd heb?” en een tijd dat hij door de mensen werd verstoten en zijn woning was bij de dieren van het veld.De arme Lazarus heeft een tijd gehad van ellendige armoede, zodat hem de aarde tot een bed was en de honden als zijn geneesmeester dienden. Maar hij heeft ook een tijd gehad van grote rijkdom, toen hij uit die rampzalige toestand werd overgezet in de schoot van Abraham.
Ja, er is ook een tijd om te zondigen en een tijd om over de zonde gestraft te worden. Onze eerste voorouders bedreven de zonde met lust, maar daarna kwam er een tijd dat zij uit het paradijs verstoten werden.
Guiljelmus Saldenus, predikant te Kockengen (”De weeklacht der heiligen”, 1654)