Binnenland

„Houd rekening met komst superbus”

HILVERSUM - Het duurt nog wel even voordat er een superbus met 250 kilometer per uur door Nederland zoeft. Toch moeten regionale overheden nu al rekening houden met de komst van het voertuig, stelt Joop Bakker van vervoersbedrijf Connexxion. „De trein eindigt op een station. De superbus kan verder de stad in.”

Mariëlle Buys
21 September 2006 09:37Gewijzigd op 14 November 2020 04:07

Samen met de TU Delft draagt Connexxion zorg voor de futuristische superbus, Met een lengte van 15 meter en een breedte van bijna 3 moet die ongeveer even groot worden als een gewone bus. Het verschil zit ’m in de hoogte: die is bijna gelijk aan die van een personenauto.Vrijdagmiddag is projectleider Bakker van het vervoersbedrijf een van de sprekers op een symposium dat de Statenfracties van de ChristenUnie in Flevoland, Utrecht, Noord- en Zuid-Holland en de raadsfractie van Almere beleggen om gedeputeerden, wethouders en andere belangstellenden over het nieuwe vervoersmiddel te informeren.

Het concept van de superbus: rechtstreeks van A naar B zonder tussenstop, met een snelheid die onder gunstige omstandigheden kan oplopen tot 250 kilometer per uur. Het voertuig -genoemd als alternatief voor de Zuiderzeelijn- moet zo veel mogelijk over een vrije busbaan gaan, met als het even kan aan beide zijden geluidsschermen. „Het grote voordeel van een eigen baan is dat we daardoor de tijd die de reis inneemt kunnen garanderen aan de reiziger”, aldus Bakker.

Wat is dan nog het verschil met de trein?
„De trein eindigt op een station. De superbus kan verder de stad in, eenvoudigweg door gebruik te maken van de bestaande wegen.”

Maar komt het risico van vertraging dan niet alsnog om de hoek kijken?
„Op een plek waar altijd fileproblemen zijn, doen we dit natuurlijk niet. Bovendien is het binnenrijden of verlaten van de stad via lokale wegen meestal niet de oorzaak van vertragingen.”

Op dit moment onderzoekt Connexxion hoe de superbus in de praktijk kan gaan rijden. De TU buigt zich over de technische kanten van het voertuig, dankzij 7 miljoen euro subsidie van het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Het zal nog jaren duren voor de bus in functie is. In 2008 moet een proefmodel klaar zijn.

Bakker: „Ik maak bestuurders duidelijk dat de superbus morgen nog niet rijdt.” Toch is het volgens de projectleider van groot belang dat overheden alvast rekening houden met de komst van het voertuig. Ze kunnen bijvoorbeeld nadenken over het gebruik van vluchtstroken door de bus, iets wat hij als mogelijkheid ziet.

Na alle onderzoeken zal eerst, over zo’n anderhalf à twee jaar, een proef volgen, waarbij een voorloper van de superbus op een testtraject rijdt. „Daarvoor hebben we de lokale overheden natuurlijk nodig”, aldus Bakker. „Ook daarom is het belangrijk hen nu al bij de plannen te betrekken. We moeten alles in de praktijk kunnen toetsen.”

Zijn er al plannen voor een proeflocatie?
„Nee. We willen kiezen voor een plek waar een mobiliteitsprobleem is. Doel is om automobilisten de superbus in te krijgen, om zo de verkeersdrukte op probleemplekken te verminderen. Het traject van Almere naar Schiphol kan een optie zijn.”

De superbus moet ”vraaggericht vervoer” bieden. Hoe gaat dat eruitzien?
„De superbus lijkt eigenlijk op een taxi, maar dan met meerdere mensen. Als verschillende klanten op één bepaalde plek willen uitstappen, kan daar een stop gemaakt worden. Nee, voor één persoon is dat niet haalbaar.”

Hoe weet iemand of hij genoeg medepassagiers heeft?
„We ontwikkelen de komende tijd een boekingssysteem via internet. Als iemand een aanvraag voor een stop indient, moet hij via een automatisch computersysteem heel snel kunnen zien of er genoeg mensen zijn voor dezelfde reis, bijvoorbeeld via internet of de mobiele telefoon. Hoe dat precies moet gaan, onderzoeken we nu.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer