De uitvaartverzorger heeft van minister Hoogervorst van Volksgezondheid toestemming gekregen om op beperkte schaal gebruik te maken van thanatopraxie. Hierbij wordt het bloed uit de aderen van de overledene gehaald waarna er een conserverende vloeistof in het aderenstelsel wordt gespoten.Lichamen blijven hierdoor tien in plaats van maximaal vijf dagen goed, zei Algemeen Belang–directeur De Niet woensdag. Bovendien worden huidverkleuringen tegengegaan en krijgt de overledene de natuurlijke kleur van de huid terug. Ook voorkomt de methode dat het lichaam nare geuren afscheidt. „Dit maakt thanatopraxie vooral geschikt voor lijken die langere tijd in het water hebben gelegen en voor slachtoffers van ernstige ongevallen", verduidelijkt de directeur.

Ook als het eigenlijk te warm is om een overledene thuis op te baren, biedt tijdelijke conservering uitkomst. „Zodra er onweer dreigt, reageert een lichaam daar direct op en gaat de ontbinding stukken sneller", weet De Niet. „Door dan alsnog thanatopraxie toe te passen, voorkom je dat de kist voortijdig gesloten moet worden". Het conserveren van een lichaam is ook bij de overledene thuis mogelijk. De 4 á 5 liter bloed die erbij vrijkomt, wordt in afgesloten containers naar de afvalstort van de medische faculteit van de Rijksuniversiteit gebracht.

Tot nu toe is één zogenoemde ‘laatste verzorger’ van Algemeen Belang opgeleid om een lichaam tijdelijk te conserveren, maar De Niet hoopt op korte termijn nog één of twee andere medewerkers een opleiding te kunnen aanbieden. De scholing had plaats in Frankrijk, waar ruim de helft van de overledenen al tijdelijk wordt geconserveerd.

Het tijdelijk conserveren van lichamen was in Nederland tot dusver bij wet verboden. De kans is echter groot dat de Wet op de lijkbezorging (WLB) op korte termijn wordt aangepast, zodat thanatopraxie ook op grotere schaal kan worden toegepast. Thanatopraxie is in principe bij iedereen mogelijk, alleen te vroeg geborenen vormen een uitzondering, omdat hun aderen nog niet volgroeid zijn.