CPB voorziet problemen met personeelswerving
Het gaat zo goed met de economie dat er fricties kunnen ontstaan op de arbeidsmarkt. Het Centraal Planbureau (CPB) schrijft dat in zijn jaarlijkse Macro Economische Verkenningen (MEV), het stuk waarop het kabinet zijn begrotingsvoorstellen baseert.
Volgens het CPB stijgt het aantal banen zowel dit jaar als volgend jaar „substantieel sneller” dan het aanbod aan arbeidskrachten. Daardoor loopt niet alleen de werkloosheid „in rap tempo” terug, maar wordt het voor bedrijven af en toe moeilijker om personeel te krijgen.Volgend jaar zal naar schatting 4,5 procent van de beroepsbevolking werkloos zijn. Dat is minder dan de normale evenwichtswerkloosheid, die zich altijd voordoet op de arbeidsmarkt.
Met een groei van 3,25 procent dit jaar en 3 procent in 2007 komt de economie in Nederland „goed op stoom”, stelt het planbureau. Dat heeft twee oorzaken. Door de groei van de koopkracht en een daling van de werkloosheid geven burgers weer meer uit. Daarnaast gaat het ook goed met de uitvoer en de investeringen van bedrijven
In de Verenigde Staten, waar de economie eerder opleefde dan in Europa, vlakt de groei volgend jaar wat af, verwacht het planbureau. Het voorziet in de VS voor 2007 een groei van 2,5 procent.
In China blijft de economie volgend jaar ’boomen’ met een groei van 9,5 procent. Bijna 8 procent van de Nederlandse invoer komt nu uit China. In de toekomst zal dat aandeel nog groeien. Toch vereist de opkomst van China geen fundamentele wijziging van het Nederlandse economische beleid, stelt het CPB.
In het eurogebied zijn de verwachtingen gunstig, al zal de groei volgend jaar iets afnemen. Dat komt vooral door de bezuinigingen in Duitsland en Italië.
Ondanks de economische voorspoed blijven inflatie en loonstijgingen volgend jaar gematigd, voorziet het CPB. Het rekent op een gemiddelde cao-loonstijging in het bedrijfsleven van 2 procent. De inflatie zal volgend jaar uitkomen op 1,5 procent.
De koopkracht neemt volgens het CPB volgend jaar in doorsnee toe met 1,25 procent. Het planbureau zit daarmee een kwart procent hoger dan het kabinet. Volgens een woordvoerder van het ministerie van Sociale Zaken is het verschil terug te voeren op een andere rekenmethode.