De Ugandese regering heeft daarom besloten de rebellen meer tijd te geven. De Ugandese minister van Binnenlandse Zaken, Ruhakana Rugunda, heeft dit dinsdag bekendgemaakt.Inmiddels hebben zich ruim 800 rebellen gemeld in de twee kampen die voor hen in Zuid-Sudan zijn ingericht, zei generaal-majoor Wilson Deng, voorzitter van het Sudanese waarnemersteam dat is opgezet. De rebellen worden in het kader van de bestandsovereenkomst beschermd en onder toezicht gesteld, terwijl door leiders van de betrokken partijen verder wordt onderhandeld. De kampen zijn gesitueerd in Ri-Kwangba, ongeveer 500 meter ten noorden van de grens met Congo, en Owinyi-Ki-Bul, even ten noorden van de Ugandese grens.

Vijf LRA-leiders, onder wie topman Joseph Kony en diens luitenant Vincent Otti, worden door het Internationaal Strafhof gezocht wegens oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid. De Ugandese president Museveni heeft evenwel gezegd dat ze niet worden uitgeleverd als ze zich aan het bestand houden.

VN-medewerkers schatten dat het LRA in de afgelopen twee decennia ongeveer 20.000 kinderen heeft ontvoerd. De jongens werden ingelijfd als kindsoldaat, de meisjes misbruikt als seksslavin.

Als de partijen er in slagen het bestand overeind te houden en een vredesovereenkomst te sluiten, zou dat een groot succes zijn voor het vredesproces in de landen Noord-Uganda, Oost-Congo en Zuid-Sudan. In alle drie landen zijn rebellen actief die zich weinig aantrekken van de grenzen en weinig te vrezen hebben van justitie.

Het vredesproces in de regio kreeg na decennia van strijd een kans doordat in Congo en Sudan respectievelijk in 2003 en 2005 vredesverdragen konden worden gesloten.