Indonesische rebel weer op vrije voeten
De Indonesische justitie heeft donderdagavond de militante moslimleider Jafar Umar Thalib, commandant van de paramilitaire Laskar Jihad, uit voorarrest ontslagen.
Thalib was in mei gearresteerd naar aanleiding van een toespraak op de Molukken waarin hij had opgeroepen tot een oorlog tegen de christenen. Enkele dagen na de toespraak vielen gemaskerde mannen een christelijk dorp binnen en vermoordden dertien mensen.
Thalib werd in de gevangenis bezocht door vice-president Hamzah Haz en andere hoge regeringsfunctionarissen, wat duidelijk maakte dat zijn beweging in Indonesië grote steun geniet.
Aanklagers stemden donderdag in met Thalibs vrijlating uit het hoofdbureau van politie in Jakarta, ondanks een recente uitspraak van een rechtbank op het Molukse Ambon dat vrijlating onwettig zou zijn. Thalib werd bij zijn vrijlating opgewacht door ongeveer honderd aanhangers.
De Indonesische televisie meldde dat Thalib had toegezegd zich te melden voor zijn proces, dat 1 augustus begint.
De strijd op de Molukken tussen christelijke en islamitische bevolkingsgroepen brak uit in 1999. Toen in 2000 duizenden gewapende strijders van Laskar Jihad zich in de gevechten mengden, nam de strijd aanzienlijk in hevigheid toe.
Volgens enkele waarnemers onderhoudt Laskar Jihad banden met het al-Qaida-netwerk van Osama bin Laden. Laskar Jihad ontkent dit.
De Indonesische president, Megawati Sukarnoputri, die zich zelden heeft uitgesproken tegen radicale moslims, heeft haar landgenoten donderdag gewaarschuwd zich af te keren van het „fanatisme” van de kleine, maar luidruchtige moslimgroepen.
„Wij willen laten zien dat de islam een vreedzame godsdienst is en in staat is welvaart in de hele wereld te creëren”, zei Megawati tot het nationale congres van de Nahdlatul Ulama, de grootste islamorganisatie van Indonesië, die zo’n 40 miljoen leden heeft. „Wij kunnen ook onze religieuze horizon verbreden en afstand nemen van kleingeestig fanatisme”, aldus de president.
Megawati zei dat de radicale groepen -die ze niet bij naam noemde- ten onrechte beweren de meerderheid van de Indonesische moslims te vertegenwoordigen. In werkelijkheid gaat het om kleine groepen, „wier meningen schadelijk zijn voor de religie en voor de natie”, aldus Megawati.
Indonesië is met 210 miljoen inwoners de grootste moslimnatie ter wereld, maar de Indonesische islam staat als gematigd teboek en de overheid propageert een tolerante versie van de islam. Net als haar vader, voormalig president en vader des vaderlands Sukarno, gaat Megawati nauwelijks naar moslimbijeenkomsten en heeft zij geen aanhang onder moslimextremisten.
Megawati, die sinds vorig jaar president is, heeft tot nu toe nog nauwelijks gereageerd op de opkomst van moslimfundamentalisten en de beschuldigingen dat extremisten van elders onderdak hebben gevonden in Indonesië. Een deel van de radicalen zou banden onderhouden met de terreurbeweging al-Qaida.
Onder de radicale Indonesische groepen is de Laskar Jihad, die duizenden strijders naar de Molukken en Sulawesi heeft gestuurd om de strijd aan te binden met christenen aldaar. Voorts is het Verdedigingsfront van de Islam actief met aanslagen op bars, disco’s, bordelen en goktenten.
Indonesië werd fel bekritiseerd omdat het jarenlang niets tegen de groepen ondernam. Buurlanden als Maleisië en Singapore pakten tientallen leden van vergelijkbare groepen op. Pas kortgeleden werden naast Umar Thalib nog vier verdachte buitenlanders opgepakt, een stap die door de VS positief werd beoordeeld.
Megwati zit echter in een moeilijke positie omdat haar vice-president, Hamzah Haz, regelmatig campagne voert ten gunste van radicale moslims. Haz zou naar verluidt de presidentsverkiezingen van 2004 willen winnen met steun van radicale moslims.